Voer, afhankelijk van de oorzaak van het probleem, één van de volgende stappen uit:
Er wordt gecoat papier gebruikt.
Stel in de groep [Afwerken: Finisher] in het menu [Aanpassingsinstellingen voor operators] 0617: [Kracht uitvoerventilator] in op [Hoeveelheid lucht vergroten].
Er is sprake van luchtstroom in de ruimte.
Beperk de luchtstroom. Zet bijvoorbeeld de airconditioning uit.
Afgedrukte vellen zijn gekruld.
<Als de ontkruller gebruikt wordt>
Selecteer in de groep [Apparaat: Papierinvoer/Uitvoer] in het menu [Aanpassingsinstellingen voor operators] de optie 0304: [Papierkrul in uitvoer corrigeren] en stel de mate van ontkrulling in.
Om omhoog staande krullen te corrigeren, geeft u "Correctieniveau holle krul" op.
Om omlaag staande krullen te corrigeren, geeft u "Correctieniveau bolle krul" op.
Selecteer "Sterk" of "Zwak" afhankelijk van de gewenste hoeveelheid ontkrulling.
<Als de ontkruller niet gebruikt wordt>
Leg het papier met de andere kant naar boven.
Er zijn te veel gestapelde vellen.
Verklein het aantal gestapelde vellen. Stel hiervoor het afdrukken uit en verwijder de gestapelde vellen. Hervat vervolgens het afdrukken.
Om het afdrukken uit te stellen, drukt u op de [Uitstellen/Hervatten]-knop op de finisher.
Om het afdrukken te hervatten, drukt u op de [Uitstellen/Hervatten]-knop op de finisher.
Er wordt dun gecoat papier gebruikt.
Tijdens het nieten van dun gecoat papier kunnen de geniete vellen bekrast raken of ze kunnen vastlopen.
Om de onderstaande stappen te volgen bevestigt u de ontkruller.
Stel in de groep [Apparaat: Papierinvoer/Uitvoer] in het menu [Aanpassingsinstellingen voor operators] de optie 0304: [Papierkrul in uitvoer corrigeren] in op "Correctieniveau II-krul". Om de ontkrulling te regelen, selecteert u "zwak" als de huidige instelling op "Uit" of "Sterk" staat.