Controleer in [Geavanc. instel.] voor het aangepaste papier dat u gebruikt, de huidige waarde in 1222: [Werkingsmodus tussenruimte pap.overdr.].
[Uit] of [Modus 1] |
Stel 1222: [Werkingsmodus tussenruimte pap.overdr.] in op [Modus 2]. |
[Modus 2] of [Modus 3] |
Stel 1222: [Werkingsmodus tussenruimte pap.overdr.] in op [Modus 4]. |
[Modus 4] |
Ga naar stap 3. |
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja |
Klaar! |
Nee |
Herhaal stap 1 en 2. |
Selecteer 1223: [Geavanc. instel.]in [Tussenruimte papieroverdracht] voor het aangepaste papier dat u gebruikt, en verminder de waarde voor [Tussenruimte aanpassen] met "20".
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja |
Klaar! |
Nee |
Ga verder met de volgende stap. |
Stel de waarde voor [Tussenruimte aanpassen] in op "2".
Druk de afbeelding af. Is het probleem opgelost?
Ja |
Klaar! |
Nee |
Dan is het onwaarschijnlijk dat dit kan worden verbeterd. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. |