In de volgende procedure wordt het scherm [Status controleren] gebruikt om taken te controleren.
Druk op de toets [Status controleren].

Druk op het tabblad [Huidige taak].
Selecteer [Printer] of [Overige].
![]()
Wanneer een kleurencontroller is aangesloten, wordt ook de naam ervan weergegeven.
Kies de opdracht waarvan u de inhoud wilt controleren.
Druk op [Details] en controleer vervolgens de inhoud.
Druk twee keer op [Afsluiten].