Koptekst overslaan
 

De standaardinstellingen wijzigen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de instellingen van Gebruikersinstellingen kunt wijzigen.

Belangrijk

  • Als Beheerderverificatie management is opgegeven, neem dan contact op met uw beheerder.

1Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

2Druk op het pictogram [Gebruikersinstellingen] (Illustratie met scherm van het bedieningspaneel).

3Selecteer de instellingen die u wilt wijzigen.

Druk op [Apparaateigenschappen] en vervolgens op [Systeeminstellingen] om de gebruikersinstelling in [Systeeminstellingen] te wijzigen.

Afbeelding van bedieningspaneel

4Wijzig de instellingen door de instructies op het display te volgen en druk vervolgens op [OK].

Opmerking

  • Om wijzigingen in de instellingen te annuleren en naar de oorspronkelijke weergave van [Schermeigenschappen], [Basisinstellingen bij installatie] en [Basisinstellingen voor uitgebreide apparaten] terug te gaan, drukt u op [Home] (Afbeelding van bedieningspaneel) in het midden onder aan het scherm.

  • Om wijzigingen in de instellingen te annuleren en terug naar de oorspronkelijke weergave van [Apparaateigenschappen], [Teller], [Informatie] en [Adresboekmanagement] te gaan, drukt u op [Gebruikersinstellingen] (Afbeelding van het scherm van het bedieningspaneel) rechtsboven in het scherm. Druk vervolgens op [Home] (Afbeelding van het scherm van het bedieningspaneel) in het midden onderaan het scherm.

  • Voor meer informatie over het opgeven van Systeeminstellingen, zie Systeeminstellingen.

  • Voor meer informatie over het wijzigen van de taal, zie de handleiding Voorbereiding.

  • Voor meer informatie over het controleren van Informatie, zie Onderhoud en beheer.