Verwijder de verbindingskabels die op het apparaat zijn aangesloten.
Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Beheerderstoepass.].
Druk 4 maal op [
].
Druk op [Het geheugen wissen].

Selecteer de wismethode, en druk vervolgens op [Wissen].
Druk op [Ja].

Druk op [Afsluiten] wanneer het wissen is voltooid en schakel het apparaat uit.
Voor meer informatie over het uitschakelen van het apparaat, zie de Gebruikershandleiding.
![]()
Als de hoofdstroomschakelaar uit wordt gezet voordat de functie "Het geheugen wissen" is voltooid, zal het overschrijven opnieuw worden gestart als de hoofdstroomschakelaar weer aan wordt gezet.
Als er een fout optreedt voordat het overschrijven is voltooid, zet u het apparaat uit. Schakel de stroom dan opnieuw in en herhaal vervolgens stap 2.