Foutenrapp. afdr.
Kies dit om een foutrapport af te drukken wanneer een printer- of geheugenfout optreedt.
Standaardinstelling: [Uit]
Automatisch doorgaan
Geef aan of het apparaat wel of niet automatisch doorgaat met afdrukken nadat er een systeemfout heeft plaatsgevonden. Voor meer informatie over het configureren van deze functie, zie Paginadoorvoer uitvoeren wanneer er zich een fout voordoet.
Standaardinstelling: [Uit]
Geheugenoverloop
Selecteer deze optie om een foutrapport geheugenoverloop af te drukken.
Standaardinstelling: [Niet afdrukken]
Instelling foutweergave
Geef op of u wel of niet de foutmeldingen wilt weergeven die optreden tijdens het verwerken van gegevens door het apparaat.
Alleen belangrijke
Alles
Standaardinstelling: [Alle]
Bevst. vr PDL-fout autom annul
Geef aan of u het printen wel of niet wilt annuleren en het bevestigingsscherm wilt tonen als er een fout ontstaat vanwege de beperkingen die te maken hebben met de taal, opties of beveiligingsinstellingen van de printer.
Standaardinstelling: [Niet weergeven]
Afdruktaken met fouten automatisch annuleren
Als er een fout plaatsvindt, annuleert het apparaat automatisch de afdruktaak met een fout en de taken die ontvangen zijn voordat de fout plaatsvond. Voor meer informatie over het instellen van deze functie, zie Het afdrukken van taken met fouten automatisch annuleren.
Standaardinstelling: [Uit]
180 graden roteren
Om aan te geven of het beeld 180° moet worden gedraaid ten opzichte van de papierrichting.
Standaardinstelling: [Uit]
Gecomprim. gegevens afdrukken (IPP)
Specificeer of gecomprimeerde taakgegevens wel of niet moeten worden uitgepakt voordat ze worden afgedrukt.
Het ondersteunde compressieformaat is GZIP.
Standaardinstelling: [Uit]
Dubbelzijdig
U kunt instellen of u op beide zijden van alle pagina's afdrukt.
Standaardinstelling: [Uit]
Kopieën
U kunt het aantal afdruksets opgeven. Deze instelling wordt uitgeschakeld als het aantal af te drukken pagina's is ingesteld met het printerstuurprogramma of andere opdracht.
Het aantal kopieën dat kan worden ingesteld is 1 tot 999, met stappen van 1.
Standaardinstelling: "1" kopie
Blanco pag. afdr.
Hier kunt u opgeven of u lege pagina's wilt afdrukken.
Standaardinstelling: [Aan]
Pagina's die aan een van de volgende voorwaarden voldoen, worden als blanco beschouwd.
Er zijn geen afbeeldingen.
Er zijn afbeeldingen, maar die bevinden zich buiten het afdrukbare gebied.
Er zijn enkel blanco tekens.
Zwart-witpagina detecteren
U kunt opgeven of zwart-wit afbeeldingen per pagina of per document moeten worden herkend. Gebruik de functie voor zwart-wit-herkenning om alle zwart-wit afbeeldingen in de zwart-wit stand af te drukken, ook als afdrukken in kleur is opgegeven.
Standaardinstelling: [Per taak]
Per pagina
Per taak
Printertaal
Geef de printertaal op.
Standaardinstelling: [Automatisch]
Sub papierformaat
U kunt opgeven of papier van A4- of formaat 81/2 × 11 automatisch geselecteerd wordt als het standaard formaat wanneer het voor de taak opgegeven formaat niet beschikbaar is.
Standaardinstelling: [Automatisch]
Paginaformaat
U kunt de standaardpapierformaten kiezen.
Standaardinstelling:
(voornamelijk in Europa en Azië)
[A4]
(voornamelijk in Noord-Amerika)
[81/2 × 11]
De papierformaten die u kunt selecteren zijn als volgt:
A4, A5, A6, B5 JIS, B6 JIS, C5 Env, C6 Env, DL Env, 81/2 × 14, 81/2 × 132/5, 81/2 × 13, 81/2 × 12, 81/2 × 11, 81/4 × 14, 81/4 × 13, 8 × 13, 8 × 10, 71/4 × 101/2, 51/2 × 81/2, 41/8 × 91/2, 37/8 × 71/2, 16K, Aangepast formaat
Briefpapierinstelling
Geef aan of u wel of niet wilt afdrukken op papier met een vaste afdrukzijde of afdrukrichting (briefpapier bijvoorbeeld). Voor meer informatie, zie de handleiding Papierspecificaties en papier bijvullen.
Standaardinstelling: [Autodetectie]
Uit
Niet afdrukken met de modus voor het afdrukken van briefpapier.
Autodetectie
Geef aan of u wel of niet wilt afdrukken in de briefpapiermodus als een pagina met een vaste afdrukzijde of afdrukrichting als eerste pagina wordt opgegeven.
Aan (altijd)
Regelmatig afdrukken met de modus voor het afdrukken van briefpapier.
Prioriteit lade-instelling
U kunt prioriteit geven aan de instellingen die in het printerstuurprogramma of de opdrachten zijn opgegeven of aan de instellingen die in het bedieningspaneel voor elke lade zijn gemaakt als het apparaat printgegevens ontvangt. Alleen de laden die op het apparaat zijn aangesloten, worden weergegeven. Voor meer informatie, zie De instellingen toepassen die in het printerstuurprogramma of met opdrachten zijn opgegeven.
Pap.bevest. vr handinv.
Geef aan of het bevestigingsscherm voor het papierformaat, papiertype en invoerrichting op het bedieningspaneel moet worden weergegeven als er papier wordt ingevoerd vanuit de handinvoer. Als [Weergeven] gespecificeerd is, kunt u de afdrukinstellingen van de handinvoer controleren voordat het afdrukken start.
Deze instelling is beschikbaar wanneer [Handinvoer] wordt ingesteld op [Driver/Opdracht].
Standaardinstelling: [Niet weergeven]
Weergeven
Niet weergeven
W.sch. pap wijkt af handinv
Geef op of er een waarschuwing op het bedieningspaneel van het apparaat moet worden weergegeven als de handinvoer als papierbron is opgegeven en het papierformaat of -type niet met het opgegeven papier overeenkomt of als er geen papier in de handinvoer is geplaatst.
Deze instelling is beschikbaar als [Handinvoer] is ingesteld op [Apparaatinst.] of [Apparaatinstelling: Elk type].
Standaardinstelling: [Weergeven]
Display
Niet weergeven
Handinvoer
Standaardinstelling: [Apparaatinstelling: Elk type]
Driver/Opdracht
Als een papierlade is opgegeven voor een afdruktaak, worden de papierinstellingen zoals papierformaat en papiertype opgegeven in het printerstuurprogramma of via een afdrukcommando toegepast, ongeacht of [Instell. papierlade] is opgegeven op het apparaat.
Apparaatinstelling(en)
De papierinstellingen die op het bedieningspaneel van het apparaat zijn geconfigureerd, worden op alle afdruktaken toegepast. Er treedt een fout op als de papierinstellingen die in het printerstuurprogramma of in de afdrukopdracht zijn opgegeven niet overeenkomen met de apparaatinstellingen.
Apparaatinstelling(en): Elk type
Wanneer het papierformaat dat is opgegeven op het bedieningspaneel van het apparaat overeenkomt met het formaat dat is opgegeven in het printerstuurprogramma of de afdrukopdracht, wordt het papiertype dat is opgegeven in het printerstuurprogramma of de afdrukopdracht gebruikt voor de afdruktaak.
Om deze functie te gebruiken:
Geef in het printerstuurprogramma [Handinvoer] op als invoerlade.
Geef hetzelfde papierformaat onder [Instell. papierlade] op het bedieningspaneel van het apparaat op door het printerstuurprogramma of de afdrukopdracht te gebruiken.
Elk formaat/type
Wanneer er geen papier is geplaatst in een van de papierladen van de printer dat overeenkomt met de instellingen die zijn opgegeven in het printerstuurprogramma of de commando's, dan kunt u doorgaan met afdrukken door het toepassen van de instellingen op de handinvoer. Deze functie ondersteunt PostScript 3, PDF en PCL.
Elk aangepast formaat/type
Wanneer er geen aangepast papierformaat is opgegeven in het printerstuurprogramma of afdrukcommando's en het overeenkomende papier niet in een van de papierladen van de printer is geplaatst, dan kunt u doorgaan met afdrukken door het toepassen van de instellingen op de handinvoer. Deze functie ondersteunt PostScript 3, PDF en PCL.
Lade 1 tot 2
Standaardinstelling: [Apparaatinstelling(en)]
Driver/Opdracht
Apparaatinstelling(en)
Afdruk zonder marges
Deze instelling is niet beschikbaar op dit apparaat.
Standaard printertaal
U kunt de standaard taal van de printer instellen als het apparaat de printertaal niet automatisch kan vinden.
Standaardinstelling: [PCL]
Lade wisselen
U kunt opgeven of het apparaat al dan niet automatisch van lade wisselt als het papier van het opgegeven formaat en type niet in de lade zit die het printerstuurprogramma wil gebruiken.
Standaardinstelling: [Uit]
Automatisch lade wisselen (uitgebreid)
U kunt opgeven of u wilt overschakelen naar een geschikte lade wanneer het papier in de gebruikte lade op is.
Standaardinstelling: [Uit]
Wanneer [Aan] is ingesteld, zal de uitgebreide automatische ladewisseling geselecteerd worden, ongeacht de instellingen van het printerstuurprogramma.
![]()
Voor meer informatie over het wijzigen van de printerfuncties, zie Het apparaat aansluiten/Systeeminstellingen.