Het aantal programma's dat kan worden geregistreerd, is afhankelijk per functie.
Standaardtoepassingen
Kopie: 25 programma's
Fax: 100 programma's (voor SP C360SFNw/C361SFNw)
Scanner: 100 programma's
Snelle toepassingen
Snelle kopie: 25 programma's
Snel faxen: 100 programma's (voor SP C360SFNw/C361SFNw)
Snelle scanner: 100 programma's
De volgende instellingen kunnen in programma's worden geregistreerd:
Standaardtoepassingen
Kopie
Verkleinen/Vergroten, Aantal, Belichting, Papierlade, Dubbelzijdig, Combineren, Sorteren, Origineelformaat, Origineeltype, Overige instellingen
Faxen (voor SP C360SFNw/C361SFNw):
Bestemming, Instellingen
Scanner:
Bestemming, Verzendinstellingen
Snelle toepassingen
Snelle kopie:
Belichting, Papierlade, Aantal, Verkleinen/Vergroten, 2-zijdig, Combineren, Richting origineel
Snel faxen (voor SP C360SFNw/C361SFNw):
Bestemming, Lijn, Belichting, Resolutie, Orig. invoerrichting, Origineelzijden, Scanformaat, Origineeltype
Snelle scanner:
Bestemming, Origineeltype, Bestandstype, Resolutie, Origineelrichting, Origineelzijden, Scanformaat
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u functies aan een programma kunt registreren met behulp van elke toepassing.
Bewerk de instellingen zodat alle functies die u wilt registreren onder een programma worden geselecteerd op het scherm [Kopie], [Fax], [Scanner], [Snelle kopie], [Snelle fax] of [Snelle scanner].
Druk op [Menu] (
) midden onderin het scherm.
Druk op [Huidige inst. vr programma registr.].
Druk op het nummer van het programma dat u wilt registreren.
Voer de programmanaam in.
Selecteer het pictogram voor het programma.
Druk op [OK].
Druk op [Plaatsen].
Zelfs wanneer u [Niet programmeren] selecteert, kunt u snelkoppelingen toevoegen aan het programma op het [Home]-scherm nadat de programmaregistratie is voltooid.
Druk op [Afsluiten].
[Fax] en [Snelle fax] zijn alleen beschikbaar voor SP C360SFNw/C361SFNw.
U kunt tot 40 tekens voor een programmanaam invoeren.
Wanneer een bepaald programma als standaard wordt geregistreerd, worden de waarden ervan de standaardinstellingen. Deze waarden worden weergegeven zonder het programma op te roepen wanneer instellingen worden verwijderd of gereset en als het apparaat wordt aangezet. Zie De standaardfuncties van het beginscherm wijzigen.
Wanneer de papierlade die u in een programma heeft opgegeven, leeg is en als er meer dan één papierlade met papier van hetzelfde formaat is, wordt eerst de papierlade geselecteerd die voorrang heeft gekregen bij [Papierladeprioriteit: Kopieerapparaat] of [Papierladeprioriteit: Fax] op het tabblad [Instell. papierlade]. Voor meer informatie over deze instelling, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.
Mapbestemmingen die beschermingscodes hebben kunnen niet worden geregistreerd onder een programma van de scannermodus.
Programma's worden niet verwijderd door het apparaat uit te schakelen of door op [Resetten] te drukken, tenzij het programma is verwijderd of overschreven.
Programma's kunnen worden geregistreerd in het [Home]-scherm en kunnen eenvoudig opnieuw worden opgeroepen. Voor meer informatie, zie Pictogrammen toevoegen aan het [Home]-scherm.