U kunt het programma oproepen en het apparaat gebruiken aan de hand van de opgeslagen instellingen.
Geef het scherm [Kopie], [Fax], [Scanner], [Snelle kopie], [Snelle fax] of [Snelle scanner] weer.
Druk op [Menu] (
) midden onderin het scherm.
Druk op [Programma oproepen].
Druk op het nummer van het programma dat u wilt oproepen.
![]()
[Fax] en [Snelle fax] zijn alleen beschikbaar voor SP C360SFNw/C361SFNw.
Door het programma te gebruiken kunnen de vorige instellingen worden gewist.
Als u nog geen bestemmingen of scaninstellingen als programma heeft geprogrammeerd, selecteert u het programmanummer en geeft u de instellingen op.
De inhoud van de bestemmingen die zijn geregistreerd in een programma van de scannermodus wordt veranderd als de inhoud van het adresboek wordt gewijzigd.
De inhoud van bestemmingen die in een programma van de faxmodus zijn geregistreerd, kan niet worden gewijzigd, zelfs niet als de inhoud van het Adresboek wordt gewijzigd.
U kunt bestemmingen niet toevoegen of verwijderen wanneer u het scannermodus-programma opnieuw oproept waarin bestemmingen zijn geregistreerd. Als u bestemmingen wilt verwijderen, drukt u op [Resetten] om de opgeroepen instellingen te wissen.