Trek de papierlade er voorzichtig uit en stel de papierformaatwijzer in op "
".

Trek de lade voorzichtig naar buiten tot hij stopt, til de voorzijde van de lade op en trek hem dan uit het apparaat.

Plaats de lade op een vlak oppervlak.
Knijp in de klem aan de zijgeleiders en schuif deze naar buiten tot ze stoppen.

Druk de eindgeleider in en schuif die naar achteren.

Waaier de enveloppen uit en leg de randen gelijk voordat u ze plaatst.

Zorg er bij het waaieren van enveloppen voor dat de flappen niet aan elkaar plakken. Als ze tegen elkaar aan plakken, haal ze dan los.
Maak de enveloppen voor het plaatsen plat zodat de krul niet boven datgene uitkomt wat in de illustratie hieronder is weergegeven.

Als de krul hardnekkig is, maak de enveloppen dan met uw vingers plat zoals getoond in de illustratie hieronder.

Als enveloppen ernstig krullen na het bedrukken, maak ze dan plat door ze tegen de krul in op te rollen.
Plaats de enveloppen in de papierlade met de afdrukzijde omhoog en met de flap van de envelop naar links, zoals hieronder is afgebeeld.

Knijp in de klem aan de zijgeleiders en schuif deze langs de rand van de stapel enveloppen.

Druk de eindgeleider in en schuif deze langs de rand van de stapel enveloppen.

Til de voorkant van de lade omhoog en schuif de lade voorzichtig in het apparaat totdat deze stopt.

![]()
Enveloppen moeten in een specifieke richting worden geplaatst. Voor meer informatie, zie Enveloppen.