Koptekst overslaan
 

Draadloos LAN handmatig configureren

Om een draadloos LAN handmatig in te stellen, geeft u de transmissiemodus en SSID (Service Set Identifier) van het draadloze toegangspunt op dat de printer gaat gebruiken voor netwerktoegang.

Vraag de netwerkbeheerder naar de SSID.

De communicatiemodus instellen

1Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

2Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] (Schermafbeelding bedieningspaneel).

3Druk op [Apparaateigenschappen].

4Druk op [Systeeminstellingen].

5Druk op [Interface instell.].

6Druk op [Draadloos LAN].

7Druk op [Communicatiemodus].

8Geef de transmissiemodus en het kanaal op die gebruikt worden voor de verzending.

9Druk op [OK].

10Druk op [Gebruikersinstellingen] (Schermafbeelding Bedieningspaneel).

11Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

Selecteer een ad-hockanaal volgens de IEEE 802.11 standaard die u gebruikt.

  • Indien u IEEE 802.11 b/g gebruikt:

    Kanaal 1–11

  • Indien u IEEE 802.11 a gebruikt:

    Kanaal 36, 40, 44 en 48

  • Indien u IEEE 802.11 n gebruikt:

    Kanaal 1–11, 36, 40, 44 en 48

Opmerking

  • De overdrachtsmodus van het draadloos LAN kan ook worden ingesteld met behulp van Web Image Monitor. Zie de helpfunctie van Web Image Monitor voor meer informatie

Het SSID instellen

1Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

2Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikerstools] (Schermafbeelding bedieningspaneel).

3Druk op [Apparaateigenschappen].

4Druk op [Systeeminstellingen].

5Druk op [Interface instell.].

6Druk op [Draadloos LAN].

7Druk op [SSID-instelling].

8Druk op [Invoeren SSID].

9Voer de SSID in en druk op [OK].

10Druk op [OK].

11Druk op [Gebruikersinstellingen] (Schermafbeelding Bedieningspaneel).

12Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

Opmerking

  • Een SSID kan ook worden ingesteld met Web Image Monitor. Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.

Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van draadloos LAN

Draadloos LAN gebruikt radiogolven in plaats van kabels om gegevens te verzenden en te ontvangen. Omdat radiogolven door muren en andere obstakels heen gaan, kunnen de volgende problemen zich voordoen als u geen veiligheidsinstellingen voor de draadloze verbinding activeert.

Informatielekken

Informatie zoals gebruikersnamen, wachtwoorden, creditcardnummers en de inhoud van uw e-mail kan worden gezien door een onbevoegde derde.

Onbevoegde netwerktoegang

  • Schade aan of wijziging van gegevens en/of de systeemconfiguratie door virussen of andere malware.

  • Imitatie van een legitieme netwerkgebruiker, waardoor gegevens gestolen kunnen worden.

  • Diefstal van gevoelige of vertrouwelijke gegevens.

Om deze risico's te beperken wordt het aangeraden om de beschikbare functies van uw printer te controleren, de draadloze toegangspunten en andere apparatuur die gebruikmaakt van het draadloos LAN. Activeer ook de beveiligingsinstellingen van het draadloos LAN.

Voor meer informatie over beveiligingsinstellingen van draadloos LAN (zoals de WEP-code, WPA2 en IEEE 802.1X), zie de Veiligheidshandleiding.