In dit gedeelte worden de gebruikersinstellingen beschreven in het Oorspronkelijke instellingen-menu onder [Faxeigenschappen].
Parameterinstelling
Met Gebruikersparameters kunt u verschillende instellingen naar uw eigen wensen aanpassen.
Voor meer informatie over Parameterinstelling, zie Parameterinstellingen.
Sel. kiessch/druktoets
Met deze functie kunt u een lijntype selecteren als het apparaat is aangesloten op een G3 analoge lijn.
U kunt draaischijf- of druktoetslijnen selecteren.
Deze functie is in sommige regio's niet beschikbaar.
Standaardinstelling: [Sel. tel. met dr.ts]
Druk op [Faxeigenschappen].
Druk op [Oorspr. instellingen].
Druk op [Sel. tel. met kiessch./dr.kts].
Druk op [Sel. tel. met dr.ts] of [Tel. kiessch. (10PPS)] om de lijn te selecteren en druk vervolgens op [OK].
Druk op [Afsluiten].
Faxinformatie programmeren
Programmeer informatie die moet worden weergegeven op het display van het andere apparaat en afgedrukt als een rapport. De volgende informatie kan worden geprogrammeerd.
Faxkoptekst
Eigen faxnummer
Zie Faxinformatie registreren voor meer informatie over het programmeren van faxinformatie.
Menu beschermen
U kunt voorkomen dat onbevoegde gebruikers de gebruikersinstellingen kunnen wijzigen.
Voor meer informatie over Menu beveiligen, zie de Veiligheidshandleiding.
Land/regio (voor functie-instellingen)
Selecteer het land/de regio waarin het apparaat wordt gebruikt. De land-/regiocode die u opgeeft bepaalt de weergavenotatie van de datum en tijd en de standaardwaarden van de faxverzendinstellingen.
Zorg ervoor dat u de correcte land-/regiocode selecteert.
Het selecteren van een verkeerd land/verkeerde regio kan tot storingen leiden in faxverzendingen.
De standaardwaarde voor deze instelling is het land/de regio die u heeft opgegeven met de Installatie-instellingen wizard, die verplicht is als het apparaat voor het eerst wordt ingeschakeld.
U kunt het land/de regio niet wijzigen tijdens het verzenden of wanneer ontvangen documenten op het apparaat zijn opgeslagen.
![]()
Voor meer informatie over het wijzigen van de Faxeigenschappen, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.