U kunt de instellingen van uw aangepaste kleurbalans opslaan, zodat u deze later weer kunt gebruiken.
U kunt maximaal drie programma's opslaan.
Druk op [Overige instellingen].
Druk op [Kleurbalans aanpas.].
Pas de kleurbalans aan.
Druk op [Kleurbalansprogramma].
Selecteer [Programmeren].
Selecteer een programmanummer.
Druk op [Geprogram.].
Druk op [OK].
![]()
Als u de toets met het programmanummer selecteert waarop het Geprogrammeerd wordt weergegeven, zullen de eerder vastgelegde instellingen worden overschreven.
Voor meer informatie over het aanpassen van de kleurbalans, zie Kleurbalans aanpassen.