Druk op de [Menu]-knop en selecteer de instellingen met [
] of [
].
Verwijder de verbindingskabels die op de printer zijn aangesloten.
Selecteer [Beveiligingsopties]
Druk op [OK]
Selecteer [Hele geheugen verwijderen]
Druk op [OK]
Druk op [Ja].
Wanneer het overschrijven is voltooid, drukt u op [Exit] en schakelt u vervolgens de hoofdstroomschakelaar uit.
Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing vóórdat u de printer uitzet.
![]()
Als de hoofdstroomschakelaar uit wordt gezet voordat de functie "Het geheugen wissen" is voltooid, zal het overschrijven opnieuw worden gestart als de hoofdstroomschakelaar weer aan wordt gezet.
Als er een fout optreedt voordat het overschrijven is voltooid, zet u het apparaat uit. Schakel de stroom dan opnieuw in en herhaal vervolgens stap 2.