De kleurgradatie kan bij het afdrukken veranderen, afhankelijk van een aantal factoren. Als u hetzelfde bestand herhaaldelijk afdrukt of de toner is onlangs vervangen, kunnen er verschillen in kleurtinten optreden. In zulke gevallen kunt u de optimale afdrukresultaten weer terug krijgen door de kleurgradatie af te stellen.
Er zijn twee methoden beschikbaar voor kleurgradatiecorrectie: automatische correctie en handmatige correctie door het afdrukken van een gradatiecorrectievel. Voer een handmatige correctie uit als u na een automatische correctie nog niet tevreden bent over de kwaliteit van de uitvoer.
![]()
Onder normale omstandigheden is er geen aanpassing van de kleurgradatie nodig.
Als een printer een tijd niet is gebruikt, kunnen er verschillen in kleurtinten optreden.
Als één correctie geen bevredigende resultaten oplevert, kunt u de correctie zo vaak als nodig herhalen.
Correcties van de kleurgradatie worden toegepast op alle gebruikerstaken.
Gebruik hetzelfde type papier om gradatiecorrecties te controleren. De correcties zijn mogelijk niet zichtbaar als u verschillende papiertypen gebruikt.
De dichtheidsgradatie van middentonen naar hoogtepunten kan automatisch worden gecorrigeerd door de functie automatische gradatiecorrectie uit te voeren.
Correcties worden op elke resolutieinstelling toegepast. Als kleurtinten veranderen wanneer er verschillende resoluties in het printerstuurprogramma worden geselecteerd, voer dan de gradatiecorrectie uit voor de resolutie die u wilt gebruiken.
Resolutieinstelling in het printerstuurprogramma |
Opgegeven waarde voor automatische gradatiecorrectie |
|---|---|
600 × 600 dpi |
600 × 600 dpi (1 bit) |
600 × 1200 dpi equivalent |
600 × 600 dpi (2 bit) |
600 × 2400 dpi equivalent |
600 × 600 dpi (4 bit) |
1200 × 1200 dpi |
1200 × 1200 dpi (1 bit) |