Probleem |
Oorzaken |
Oplossingen |
|---|---|---|
Het uitgevoerde vel valt uit de standaardlade. Er treedt blokkering op (de uitgevoerde vellen in de standaardlade plakken aan elkaar). |
Afhankelijk van het formaat, de soort of de afdrukomstandigheden van de afdrukken, kunnen de uitgevoerde vellen ernstig gekruld raken. |
|
Het duurt erg lang voordat het afdrukken is voltooid. |
Foto's en pagina's die veel gegevens bevatten, nemen veel verwerkingstijd van de printer in beslag. Wacht daarom gewoon even af wanneer u dergelijke gegevens afdrukt. |
Als het lampje voor gegevensontvangst (Data In) knippert, dan is de printer bezig met het ontvangen van gegevens. Wacht een ogenblik. Het afdrukken wordt mogelijk versneld wanneer u de volgende instellingen van het printerstuurprogramma wijzigt:
Voor meer informatie over het wijzigen van de instellingen, zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma. |
Afbeeldingen worden afgedrukt in de verkeerde richting. |
De invoerrichting die u heeft geselecteerd en de invoerrichting die is geselecteerd in de instellingen van het printerstuurprogramma zijn mogelijk niet identiek. |
Stem de invoerrichting van de printer en die van het printerstuurprogramma op elkaar af. Voor meer informatie over het instellen van het printerstuurprogramma, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. |
Optionele, aangesloten componenten van de printer worden niet herkend. |
Bidirectionele communicatie werkt niet. |
Stel optionele apparaten in op het Eigenschappen-scherm van de printer. Voor meer informatie over het instellen van optionele apparaten, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. |
Gecombineerd afdrukken, boekje afdrukken of automatisch verkleinen / vergroten geven niet het verwachte resultaat. |
De toepassing of de instellingen van het printerstuurprogramma zijn niet juist geconfigureerd. |
Zorg ervoor dat de instellingen voor het papierformaat en de richting van de toepassing overeenstemmen met die van het printerstuurprogramma. Als er een ander papierformaat en een andere richting zijn ingesteld, selecteer dan hetzelfde formaat en dezelfde richting. |
Sommige soorten gegevens, zoals grafische gegevens of gegevens uit bepaalde toepassingen, kunnen niet worden afgedrukt. |
De instellingen van het printerstuurprogramma zijn niet juist geconfigureerd. |
PCL 5c: Selecteer op het tabblad [Afdrukkwaliteit] van het printerstuurprogramma de optie [600 dpi] in het gebied "Resolutie". PCL 6:
PostScript 3: Op het tabblad [Uitgebreide Instelling] van het printerstuurprogramma, klikt u op [Afdr.kwaliteit: Standrd] in "Menu:" en selecteert u vervolgens [Fotografisch] uit de lijst "Dithering:". Voor meer informatie over het instellingen van het printerstuurprogramma, zie de helpfunctie. |
Sommige tekens worden niet afgedrukt of zien er vreemd uit. |
De instellingen van het printerstuurprogramma zijn niet juist geconfigureerd. |
PCL 5c: Selecteer op het tabblad [Afdr.kwaliteit: Standrd] van het printerstuurprogramma de optie [600 dpi] in het gebied "Resolutie". PCL 6:
PostScript 3: Op het tabblad [Uitgebreide Instelling] van het printerstuurprogramma, klikt u op [Afdr.kwaliteit: Standrd] in "Menu:" en selecteert u vervolgens [Tekst] uit de lijst "Dithering:". Voor meer informatie over het instellingen van het printerstuurprogramma, zie de helpfunctie. |
De afdruksnelheid of de snelheid van vrijgave vanuit de toepassing is laag. |
De instellingen van het printerstuurprogramma zijn niet juist geconfigureerd. |
PCL 6: Op het tabblad [Uitgebreide Instelling] van het printerstuurprogramma, klikt u op [Afdr.kwaliteit: Standrd] in "Menu:" en selecteert u vervolgens [Snelheid] uit de lijst "Afdrukprioriteit:". Voor meer informatie over het instellingen van het printerstuurprogramma, zie de helpfunctie. Sluit eventuele andere toepassingen. |
Het afdrukken stopt terwijl de taak nog niet klaar is. |
Er kan een fout zijn opgetreden. |
Controleer het display van de printer om te zien of zich een fout heeft voorgedaan. |
Er is een afdrukopdracht uitgegeven vanaf de computer, maar het afdrukken startte niet. |
Mogelijk is er een gebruikersverificatiecode ingesteld. |
Voor meer informatie over verificatie van gebruikerscodes, zie de Veiligheidshandleiding. |
Gekleurde originelen worden afgedrukt in zwart-wit. |
Er zijn geen kleurinstellingen geconfigureerd in het printerstuurprogramma. |
Wijzig de instelling "Kleur/Zwart-wit:" in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het wijzigen van de instelling "Kleur/Zwart-wit:", zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. |
PDF-bestanden worden niet afgedrukt / kan PDF direct afdrukken niet uitvoeren. |
De PDF-bestanden zijn met een wachtwoord beveiligd. |
Voer het wachtwoord in om PDF-bestanden af te drukken die door een wachtwoord zijn beveiligd. |
PDF-bestanden worden niet afgedrukt / kan PDF direct afdrukken niet uitvoeren. |
PDF-bestanden kunnen niet worden afgedrukt als in de instellingen voor PDF-bestandsbeveiliging is opgegeven dat ze niet afgedrukt mogen worden. |
Wijzig de instelling voor PDF-bestandsbeveiliging. |
Kan PDF direct afdrukken niet uitvoeren. |
Zeer gecomprimeerde PDF's kunnen niet worden afgedrukt met PDF Direct Print. |
Open de betreffende toepassing en druk het PDF-bestand af met behulp van het printerstuurprogramma. Stel de bestandsindeling op standaard-PDF in. |
Kan PDF direct afdrukken niet uitvoeren. |
Afhankelijk van de manier waarop het is aangemaakt, neemt een PDF-bestand veel geheugen in beslag bij het verwerken en kan daardoor mogelijk niet worden afgedrukt. |
Open de betreffende toepassing en druk het PDF-bestand af met behulp van het printerstuurprogramma. |
“Taak resetten...” verschijnt en het afdrukken wordt onderbroken. |
Het geheugen is ontoereikend. |
Onder [Systeem], selecteert u [Gebruik van geheugen] tot [Lett.typeprioriteit]. |
Afdrukken via draadloos LAN gaat langzaam. |
Het aantal taken overschrijdt de maximale capaciteit van de printer. |
Verminder het aantal taken. |
Afdrukken via draadloos LAN gaat langzaam. |
|
|