Koptekst overslaan
 

Draadloos LAN

WLAN: Eenv. inst/Dir. verb

U kunt draadloos LAN automatisch instellen met de Wi-Fi Protected Setup (WPS).

Standaardinstelling: [Druktoets-methode]

Communicatiemodus

U kunt de transmissiemodus instellen voor draadloos LAN.

Standaardinstelling: [Infrastructuur modus]

SSID-instelling

U kunt de SSID-instellingen opgeven om het toegangspunt vast te leggen in [Infrastructuurmodus] ofr [802. 11 Ad-hoc-modus].

De tekens die kunnen worden gebruikt zijn ASCII 0x20-0x7e (32 bytes).

Ad-hoc kanaal

U kunt het kanaal instellen om te gebruiken wanneer [802. 11 Ad-hoc modus] geselecteerd is. Stel het kanaal zo in dat het overeenkomt met het gebruikte soort draadloos LAN.

Standaard: [1-11]

Beveiligingsmethode

U kunt instellen of u codering wilt inschakelen en welke beveiligingsmethode wordt gebruikt als de codering is ingeschakeld.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Uit

  • WEP

    Druk op [Details] en voer dan de WEP-sleutel in met hexadecimale en ASCII-karakters.

  • WPA2

    Druk op [Details] en selecteer dan de verificatiemethode.

    Als u WPA2 selecteert, wordt de coderingsmethode ingesteld op CCMP (AES) en dit kan niet gewijzigd worden.

    Selecteer een van de volgende verificatiemethoden:

  • WPA2-PSK, WPA2

    Wanneer u WPA2-PSK selecteert, voer dan een wachtwoord in (van 8 tot 63 tekens).

Instellingen rechtstreekse verbinding

Geef de functie Wi-Fi Direct op.

Apparaatnaam(SSID)

Voer tot 23 tekens in voor de naam van het apparaat.

Verbindingswachtwoord

Voer 8 tot 63 tekens in voor het verbindingswachtwoord.

IPv4-adres weergeven

U kunt het IPv4-netwerkadres van de printer controleren voor de Wi-Fi Direct-verbinding.

Verbindingsstatus

U kunt de instellingen voor rechtstreekse verbinding van het apparaat controleren voor andere apparaten.

Draadloos LAN signaal

U kunt de signaalsterkte controleren tijdens het gebruik van het draadloos LAN.

Standaarden herstellen

U kunt de draadloze LAN-instellingen terugzetten naar hun standaardwaarden.