Koptekst overslaan
 

Foutenrapp. afdr.

U kunt opgeven of een foutrapport afgedrukt moet worden als er een printer- of geheugenfout optreedt.

Standaardinstelling: [Uit]

Automatisch doorgaan

U kunt opgeven of u wilt blijven afdrukken na een systeemfout. Als u deze instelling inschakelt, geef dan op hoe lang de foutmelding moet worden weergegeven voordat het afdrukken hervat wordt.

Als Automatisch doorgaan is ingesteld en een bepaalde printerfout treedt op in de printer tijdens het afdrukken, dan kan de taak geannuleerd worden, of niet naar behoren afgedrukt worden. Als een taak geannuleerd wordt als gevolg van een fout, begint de printer automatisch aan de volgende taak in de wachtrij.

Standaardinstelling: [Uit]

Geheugenoverloop

U kunt opgeven of u een foutrapport over geheugenoverloop wilt afdrukken.

Standaardinstelling: [Niet afdrukken]

Fout. afdr.tkn autom annul

U kunt opgeven of een afdruktaak automatisch geannuleerd moet worden als een fout optreedt en taken die ontvangen zijn voor de fout optrad.

Standaardinstelling: [Uit]

Printertaal

U kunt de printertaal specificeren.

Standaardinstelling: [Automatisch]

Sub papierformaat

U kunt opgeven of het formaat van het papier automatisch wordt omgeschakeld of niet als het papier van het opgegeven formaat niet in de lade ligt.

Deze functie ondersteunt alleen automatisch overschakelen tussen de papierformaten [A4 en Letter (8 1/2" × 11")].

Door papier te wisselen kunnen papierranden ingekort worden en er kunnen andere ongewenste afdrukresultaten ontstaan. Dit komt door het verschil in het maximale afdrukbare gebied van [A4 en Letter (8 1/2" × 11")].

Standaardinstelling: [Automatisch]

Standaard Printertaal

U kunt de printertaal selecteren die gebruikt moet worden als de printer geen printertaal detecteert.

Standaardinstelling: [PCL]

Timer slaapstand

Timer slaapstand aan/uit

U kunt opgeven of de printer wel of niet in slaapstand gaat.

Standaardinstelling: [Aan]

Timer slaapstand

U kunt ook de tijdsduur opgeven die de printer wacht voordat de printer de slaapstand inschakelt. De printer schakelt de slaapstand in als er geen enkele gebruiker het apparaat heeft gebruikt gedurende de opgegeven tijdsduur. Als de printer in de slaapstand staat, duurt het langer om het afdrukken op te starten.

Standaardinstelling: [1 minuut]

Fus. uitzet.(en.sp)Aan/uit

Fus. uitzet.(en.sp)Aan/uit

U kunt opgeven of u de stand Fuseermodus uit wilt gebruiken.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Aan

    Hiermee schakelt u de Fuseermodus uitschakelen in. Met deze instelling wordt het energieverbruik nog verder verlaagt, maar het kan langer duren voor de printer uit de Fuseermodus uit is.

    Al u [Aan] kiest, kunt u de instelling [Uitzetmodus fus.eenh afslt] en [Fusing Unit Off Mode Timer] opgeven.

  • Uit

    Hiermee zet u de Fuseermodus uitschakelen uit.

Uitzetmodus fus.eenh afslt

U kunt de conditie opgeven wanneer de printer de Fuseereenheid uit-modus uitschakelt.

Standaardinstelling: [Bij afdrukken]

  • Bij afdrukken

    De printer schakelt de Fuseereenheid uit-modus uit als een afdruktaak wordt uitgevoerd.

  • Bij bediening bedien.pan.

    De printer schakelt de Fuseereenheid uit-modus uit als een knop op het bedieningspaneel ingedrukt wordt.

Timer uitzetmodus fus.eenh

U kunt de tijd opgeven die de printer wacht voordat de Fuseermodus uit ingeschakeld wordt.

De timer wordt hersteld als een knop op het bedieningspaneel wordt ingedrukt of een afdruktaak wordt uitgevoerd.

Standaardinstelling: [10 seconden]

De timer van de Fuseermodus uit wordt hersteld als:

  • Er wordt een afdruk gemaakt

  • Er wordt een afdekking geopend wanneer [Uitm. fus.eenh. verlaten] ingesteld wordt op [Bij afdrukken]

  • Een toets op het biedieningspaneel wordt ingedrukt als [Uitm. fus.eenh. verlaten] ingesteld is op [Bij bedien. van bed.paneel]

Gereed-status na afdrukken

U kunt de status instellen waarnaar de printer terugkeert na het afdrukken van documenten in de Slaapstand.

Standaardinstelling: [Bed.pan. uit (en. sp.stnd)]

  • Bedieningspaneel aan

    De printer keert niet terug naar de Slaapstand en het eerste scherm verschijnt op het bedieningspaneel.

  • Bed.pan. uit (en. sp.stnd)

    De printer keert terug naar de Slaapstand.

Z/W-afdruk prioriteit

U kunt opgeven of u het verbruik van kleurentoner wilt verminderen. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kan het langer duren voordat het afdrukken van een kleurenpagina begint.

Standaardinstelling: [Uit]

Gecompr. geg. afdr. (IPP)

Hier kunt u opgeven of u gecomprimeerde gegevens wilt afdrukken. Het ondersteunde compressieformaat is GZIP.

Standaardinstelling: [Uit]

Zwart-wit paginadetectie

U kunt opgeven of zwart-wit afbeeldingen per pagina of per document moeten worden herkend. Gebruik de functie voor zwart-wit-herkenning om alle zwart-wit afbeeldingen in de zwart-wit stand af te drukken, ook als afdrukken in kleur is opgegeven.

Standaardinstelling: [Per taak]

Uitsch. als netw. verbr.Regio A pictogram (voornamelijk Europa)

U kunt opgeven of u de voeding automatisch wilt uitschakelen wanneer het bekabeld LAN en draadloze LAN niet zijn aangesloten.

Serienummer apparaat

U kunt het serienummer van de printer controleren.