Configureer de printer op de juiste manier, voordat u deze gebruikt met Ricoh Smart Device Connector.
Installeer een apparaatcertificaat op de printer en configureer de SSL/TLS-coderingsmodus. Als er geen toegangspunt op het intranet beschikbaar is, configureer dan de toegangspuntfunctie van de printer.
Voor meer informatie over het installeren van een apparaatcertificaat en het configureren van de SSL/TLS-coderingsmodus, zie de Help-functie van Web Image Monitor.
![]()
Om de SSL/TLS-coderingsmodus op te geven, configureert u [Toestemming SSL-/TLS-communicatie] als volgt volgens het communicatietype:
Wanneer u een HTTP-verbinding gebruikt: Cijfertekst/Cleartext
Wanneer u een HTTPS-verbinding gebruikt: Prioriteit cijfertekst
Om "TLS1.2", "TLS1.1" of "SSL3.0" uit te schakelen, logt u in op Web Image Monitor als netwerkbeheerder. Selecteer voor het protocol dat uitgeschakeld moet worden [Inactief] onder [Apparaatbeheer]
[Configuratie]
[SSL/TLS]. Voer ten minste een van deze protocollen in. Schakel echter niet uitsluitend "SSL3.0" in. Anders kunnen er gegevenslekken optreden.