Koptekst overslaan
 

Procedure voor het handmatig invoeren van het pad naar de bestemming (klassiek)

1Druk op [Handm. inv.].

Afbeelding van bedieningspaneel

2Zorg ervoor dat [SMB] is geselecteerd.

3Druk op [Handm. inv.] rechts van het padveld.

4Voer het pad voor de map in.

In het volgende voorbeeldpad, is de naam van de bestemmingsmap "gebruiker" en die van de computer "desk01":

\\desk01\user

5Druk op [OK].

6Afhankelijk van de bestemmingsinstellingen, geeft u de gebruikersnaam op om u aan te melden op de computer.

Druk op [Handm. inv.] rechts van het veld gebruikersnaam om het schermtoetsenbord weer te geven.

7Druk op [OK].

8Afhankelijk van de bestemmingsinstellingen, geeft u het wachtwoord op om u aan te melden op de computer.

Druk op [Handm. inv.] zodat u met behulp van het wachtwoord het schermtoetsenbord kunt laten weergeven.

9Druk op [OK].

10Druk op [Verbindingstest].

Er wordt een verbindingstest uitgevoerd om te controleren of de opgegeven gedeelde map bestaat.

Raadpleeg Problemen oplossen als het bericht “Verbinding met de computer mislukt. Controleer de instellingen. ” wordt weergegeven.

11Controleer het resultaat van de verbindingstest en druk op [Afsluiten].

12Druk op [OK].

Opmerking

  • Druk op [Bewerken] aan de linkerzijde van het bestemmingsveld als u het pad voor de map wilt wijzigen. Voer het juiste pad naar de map in en druk op [OK].

  • De verbindingstest kan enige tijd in beslag nemen.

  • Het is tijdens een verbindingstest wellicht niet mogelijk om op [Verbindingstest] te drukken nadat u op [Annuleren] heeft gedrukt.

  • Zelfs als de verbindingstest is geslaagd, is het mogelijk dat het apparaat het bestand niet kan versturen als u geen leesrechten heeft voor het bestand, of als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de harde schijf.

  • Indien de clientcomputer een vast IP-adres heeft toegewezen gekregen, dan kunt u het IP-adres handmatig opgeven door het te vermelden in de naam van het pad van de bestemmingsmap. Als bijvoorbeeld het IP-adres "192.168.1.191" is en de naam van de gedeelde map "gebruiker" is, voer dan "\\192.168.1.191\gebruiker" als pad in.

  • Als de opgegeven bestemming wordt bijgewerkt met behulp van de functie Centraal beheer, worden de gespoolde documenten na het bijwerken naar de bestemming verzonden.

  • Voor meer informatie over Centraal beheer, zie de handleiding Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.