Wanneer IP-faxverzending wordt gebruikt, geeft u de IP-faxbestemming (IP-adres, hostnaam of alias telefoonnummer) op.
Methoden voor het invoeren van een bestemming variƫren, afhankelijk van de netwerkinstellingen die door de beheerder zijn ingevoerd. Neem voor meer informatie over de netwerkinstellingen contact op met de apparaatbeheerder. Voor meer informatie over het invoeren van de IP-faxbestemming, zie Soorten IP-faxbestemmingen.
Bij gebruik van de toepassing Fax
Voor meer informatie over het gebruik van het toepassingsscherm, zie "[Fax]-scherm".
Bij gebruik van de toepassing Fax (klassiek)
Voor meer informatie over het gebruik van de klassieke faxfunctie, zie Procedure voor het handmatig opgeven van een IP-faxbestemming (klassiek).