U kunt perforatiegaten in kopieën maken.
Deze functie kunt u niet in combinatie met de handinvoer gebruiken.
Richting van het origineel en positie van de perforatiegaten
Plaats alle originelen in de ADF in de richting waarin ze normaal kunnen worden gelezen. Houd voor de glasplaat dezelfde richting aan, maar plaats het origineel dan met de bedrukte zijde naar beneden.
Wanneer het ingevoerde papier hetzelfde formaat en dezelfde richting heeft als het origineel, is de verhouding tussen de richting van het origineel en de plaats van de perforaties als volgt. U kunt de gewenste positie van de perforaties selecteren in het scherm dat wordt weergegeven wanneer u op [Afwerken] drukt.
Origineel op de glasplaat geplaatst |
Origineel in ADF geplaatst |
Positie van perforaties*1 |
|
---|---|---|---|
2 gaten links |
|||
2 gaten boven |
|||
3 gaten links |
|||
3 gaten boven |
|||
4 gaten links |
|||
4 gaten boven |
*1 De tabel hierboven toont de positie van de perforatie. Geperforeerde vellen worden wellicht niet afgeleverd in de richting die wordt getoond in deze tabel.
*2 U kunt niet perforeren in deze positie wanneer u op B4 JIS, 8 × 13 of groter kopieert.
*3 Als u op deze positie wilt perforeren, selecteert u eerst de onleesbare richting in [Orig. invoerrichting] en vervolgens de positie van de perforaties.
Bij gebruik van de toepassing Kopie
Voor informatie over het gebruik van het toepassingsscherm, zie "[Kopie]-scherm".
Bij gebruik van de toepassing Kopieerapparaat (klassiek)
Voor meer informatie over het gebruik van de klassieke kopieerfunctie, zie Procedure voor Perforeren (klassiek).