Alleen de bestandsbeheerder kan de beveiliging van bestanden opheffen.
Als u [Aan] opgeeft voor "Bestandsbeveiliging verhogen", wordt het bestand beveiligd en kan het niet meer worden geopend als er 10 keer een ongeldig wachtwoord is ingevoerd. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de beveiliging van bestanden kunt opheffen.
"Bestandsbeveiliging verhogen" is een van de aanvullende beveiligingsfuncties. Voor informatie hierover en over de overige uitgebreide beveiligingsfuncties, zie Opgeven van de uitgebreide beveiligingsfuncties.
Log in als bestandsbeheerder via het bedieningspaneel.
Sluit het scherm met initiële instellingen en geef het initiële printerscherm weer.
Bij gebruik van het standaardbedieningspaneel:
Druk op de [Gebruikersinstellingen]-knop.
Druk op de toets [Startpagina] op het bedieningspaneel
Druk op het pictogram [Printer] op het scherm.
Als het pictogram [Printer] niet verschijnt, drukt u op het pictogram rechtsboven in het scherm om naar het menuscherm te gaan.
Bij gebruik van het Smart Operation Panel:
Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] ().
Druk op het pictogram [Printer (klassiek)] in het [Home]-scherm.
Als de melding “U heeft geen rechten om deze functie te gebruiken.” wordt weergegeven, drukt u op [Afsluiten].
Druk op [Afdruktaken].
Druk op [Beveil. afdr.taak].
Selecteer het bestand.
Het pictogram wordt weergegeven naast een bestand dat is beveiligd met behulp van de functie Bestandsbeveiliging verhogen.
Druk op [Beveil. best. ophalen].
Druk op [Ja].
Het pictogram verdwijnt.
Log uit.
U kunt dit ook met Web Image Monitor instellen. Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.