Koptekst overslaan
 

Gegevens distribueren met Distributed Scan Management (DSM)

Configureer het DSM-systeem (Distributed Scan Management) op de Windows-server.

Raadpleeg de helpfunctie van Windows Server voor de configuratieprocedure van DSM.


1Meld u met behulp van Windows-verificatie aan op het apparaat.

2Hiermee kunt u het beginscherm van de scanner openen.

  • Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel

    1. Druk op de toets [Startpagina] op het bedieningspaneel.

      Afbeelding van Home-knop

    2. Druk op het pictogram [Scanner] op het scherm.

      Als het [Scanner]-pictogram niet verschijnt, drukt u op het pictogram Schermafbeelding bedieningspaneel rechtsboven in het scherm om naar het menuscherm te gaan.

  • Bij gebruik van het Smart Operation Panel

    1. Druk op [Home] (Schermafbeelding bedieningspaneel) onderaan in het midden van het scherm.

    2. Druk op het pictogram [Scanner (klassiek)] op het [Home]-scherm.

3Zorg ervoor dat alle oude instellingen zijn gewist.

Druk op de [Reset]-knop als de instelling van de vorige gebruiker nog actief is.

4Druk op [DSM-bestemming].

5Plaats de originelen.

6Indien nodig, specificeer de scaninstellingen aan de hand van het origineel dat gescand moet worden.

Om de scaninstellingen te wijzigen, vinkt u het selectievakje [Waardevervanging op scanner toestaan] in wanneer u het apparaat op de Windows-server configureert.

7Geef de bestemming op.

8Druk op de [Start]-knop.

Opmerking

  • Tot 100 bestemmingen kunnen weergegeven worden in de [DSM-bestemming]. Indien er meer dan 100 scanprocessen (bestemmingen) geregistreerd zijn in de Windows Server, wordt de informatie voor de 100 processen die kort geleden geregistreerd zijn weergegeven in [DSM-bestemming].

  • De programmeerfunctie kan niet worden gebruikt in combinatie met DSM.