Om e-mail te kunnen verzenden, moet u de naam van de afzender opgeven.
U kunt op een van de volgende manieren de e-mailafzender opgeven:
Selecteer de afzender in de afzenderslijst;
Selecteer de afzender door het registratienummer in te voeren;
Selecteer de afzender uit het adresboek van het apparaat.
Afzenders moeten van te voren in het adresboek worden geregistreerd. Voor meer informatie, zie de handleiding Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.
In [Systeeminstellingen] kunt u het e-mailadres van de beheerder opgeven als de standaard afzendernaam. Daarmee kunt u e-mails verzenden zonder iets te hoeven invoeren voor [Naam afzender]. Voor meer informatie, zie de handleiding Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.
Afhankelijk van de beveiligingsinstelling kan de aangemelde gebruiker worden opgegeven bij [Naam afzender].
Als een beveiligingscode is ingesteld en u een afzender heeft geselecteerd, verschijnt daarna het scherm voor het invoeren van de beveiligingscode. Voer de beschermingscode in en druk daarna op [OK]. Als de door u ingevoerde beveiligingscode correct is, wordt de naam van de afzender weergegeven.