De apparaatinstellingen opgeven
De instellingen toepassen die in het printerstuurprogramma of met opdrachten zijn opgegeven
Fouten met papierinstellingen voorkomen
Voorkomen dat documenten onbeheerd achterblijven of per ongeluk worden meegenomen
Opgeven hoe taken met fouten worden verwerkt
Paginadoorvoer uitvoeren wanneer er zich een fout voordoet
Het afdrukken van taken met fouten automatisch annuleren
Opdrachten met fouten automatisch opslaan