Afgedrukte documenten kunnen met behulp van de optionele finisher en multivouweenheid of via de op het apparaat aangesloten optionele boekjesfinisher worden gevouwen.
Als het PCL 6-printerstuurprogramma gebruikt wordt, kan de vouwfunctie worden opgegeven in het menu [Afwerking] op het tabblad [Uitgebreide Instelling]. Als het PCL 5c-printerstuurprogramma gebruikt wordt, kan Z-vouw worden opgegeven op het tabblad [Taaksetup]. Voor meer informatie over afdrukmethoden, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma.
Voor meer informatie over de optionele eenheden die voor deze functie zijn vereist, zie de handleiding Snel aan de slag.
Wanneer communicatie in beide richtingen is uitgeschakeld, configureert u de optie-instellingen voor het apparaat dat het printerstuurprogramma gebruikt. Wanneer de opties niet op juiste wijze in het printerstuurprogrammma zijn ingesteld, kunt u geen vouwinstellingen invoeren, zelfs niet wanneer de vouwfunctie is geïnstalleerd. Voor meer informatie, zie de Installatiehandleiding stuurprogramma.