Ga naar het scherm met initiële instellingen.
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
Bij gebruik van het Smart Operation Panel
Druk op [Home] () onderaan in het midden van het scherm.
Druk op het [Gebruikerstools]-pictogram () op het [Home]-scherm.
Druk op [Apparaateigenschappen].
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Bestand doorzenden].
Druk op [E-mailbericht programmeren/wijzigen/verwijderen].
Controleer of [Programmeren/Wijzigen] geselecteerd is.
Druk op [*Niet geprogr.].
Om het geregistreerde e-mailbericht te wijzigen, selecteert u het e-mailbericht dat u wilt wijzigen.
Druk onder "Naam" op [Wijzigen].
Voer een naam in en druk vervolgens op [OK].
Voer de naam in met maximaal 20 tekens.
Druk op [Bewerken].
Voer de tekst in en druk vervolgens op [OK].
Voer maximaal vijf regels tekst in. Elke regel mag uit maximaal 80 tekens bestaan. Om een nieuwe regel te beginnen, drukt u op [OK] om naar het scherm van het e-mailbericht terug te keren en drukt u vervolgens op [] in "Select.reg. om te bew.:".
Druk op [OK].
Druk op [Afsluiten].
Sluit het oorspronkelijke instellingenscherm.
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
Bij gebruik van het Smart Operation Panel
Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] ().
Druk op [Home] () onderaan in het midden van het scherm.