In dit gedeelte wordt beschreven hoe u namen registreert.
Open het [Adresboekmanagement]-scherm.
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de [Home]-knop linksonder op het bedieningspaneel.
Druk op het pictogram [Adresboekmanagement] in het [Home]-scherm.
Bij gebruik van het Smart Operation Panel
Druk op [Home] () onderaan in het midden van het scherm.
Druk op het pictogram [Adresboekmanagement] in het [Home]-scherm.
Controleer of [Programmeren/Wijzigen] geselecteerd is.
Druk op [Nieuw progr.].
Druk op [Wijzigen] onder "Naam".
Het scherm voor het invoeren van de naam wordt weergegeven.
Voer de naam in en druk vervolgens op [OK].
Druk op [
Volg.].
Druk onder "Selecteer een titel" op de toets voor de classificatie die u wilt gebruiken.
U kunt de volgende toetsen selecteren:
[Frequent]: wordt toegevoegd aan de pagina die het eerst wordt weergegeven.
[AB], [CD], [EF], [GH], [IJK], [LMN], [OPQ], [RST], [UVW], [XYZ], [1] tot [10]: wordt toegevoegd aan de lijst met items in de geselecteerde titel.
U kunt [Frequent] en nog een toets voor elke titel selecteren.
Druk op [OK].
Sluit het [Adresboekmanagement]-scherm.
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
Bij gebruik van het Smart Operation Panel
Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] ().
Druk op [Home] () onderaan in het midden van het scherm.
Geregistreerde namen kunnen worden gebruikt voor documenten in de documentserver. Voor meer informatie over de documentserver raadpleegt u de Kopieer-/ Document Serverhandleiding.