In de modus Connect Copy worden de standaard [Eigenschappen kopieerapparaat/Document Server] op het subapparaat toegepast.
De instellingen voor [Automatische ladewisseling] en [Weergave knop Connect Copy] worden echter op elk apparaat afzonderlijk toegepast.
Als u de instellingen als volgt configureert, gaat het alarm van het hoofdapparaat alleen af wanneer er een afdruktaak voltooid is.
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Configureer de instellingen van het alarmvolume onder [Paneel toetsgeluid] in [Systeeminstellingen] en selecteer [Aan] onder [Oproepen bij taakeinde].
Bij gebruik van het Smart Operation Panel
Configureer de instellingen van het alarmvolume onder [Geluid] in [Schermeigenschappen] om in te te stellen dat het alarm afgaat bij [Bewerking voltooid].