Als u een Connect copy-taak start als het hoofdapparaat bezig is met kopiëren, maakt het hoofdapparaat automatisch verbinding met het subapparaat nadat de huidige taak is voltooid. Vervolgens wordt de nieuwe taak gestart. U kunt vooraf maximaal acht taken instellen.
Druk op het hoofdapparaat op [Nieuwe taak] zodra “Bezig met kopiëren...” wordt weergegeven.
Bevestig dat “Gereed” wordt getoond en druk vervolgens op [Connect copy].
Bevestig dat “Gereed” wordt getoond en leg vervolgens de instellingen voor de taak vast.
Plaats de originelen en druk vervolgens op de [Start]-knop op het hoofdapparaat.
Het scannen begint. Zodra de huidige taak is voltooid begint de volgende taak automatisch.
Connect copy-taken worden getoond in de Takenlijst van het subapparaat. Ze kunnen echter niet worden verwijderd van het subapparaat.
Vooraf ingestelde taken in de Connect copy-modus kunnen alleen worden gewijzigd als het hoofdapparaat klaar is met het scannen van de originelen.
Vooraf ingestelde taken in de Connect copy-modus kunnen alleen worden gewijzigd als het kopiëren op één van beide apparaten nog moet beginnen.
Als er op zowel het hoofdapparaat als het subapparaat een afdruktaak wordt uitgevoerd, worden geregistreerde afdruktaken gestart zodra de actieve taken zijn voltooid. Als er op een subapparaat een afdruktaak wordt uitgevoerd waarbij een groot aantal pagina's moet worden gekopieerd of afgedrukt, worden de geregistreerde afdruktaken alleen aan het hoofdapparaat toegewezen.