Druk op [Afwerken].
Druk op [Finisher].
Selecteer [Sorteren] of [Gerot. sort.] en druk vervolgens op [OK].
Voer het aantal te kopiëren sets in met de cijfertoetsen.
Plaats de originelen.
Druk op de [Testafdruk]-knop om het type afwerking te bevestigen.
Druk op de [Start]-knop.
Als u vanaf de glasplaat kopieert, dan wordt er eerst een enkele kopie gemaakt van ieder origineel. Wordt de eerste kopieset geaccepteerd, dan kunt u de overige kopiesets afdrukken door te drukken op []. De tijd die nodig is voor het afdrukken van de kopiesets hangt af van de afdrukinstellingen.
De volgende papierformaten en -richtingen kunnen worden gebruikt voor de functie Gerot.sort.:
A4, A5
, B5 JIS
, 81/2 × 11
, 71/4 × 101/2
, 51/2 × 81/2
, C5 Env
, 16K
, SRA4
, 226 × 310 mm
Wanneer de functie Gerot.sort. wordt gebruikt, is de capaciteit mogelijk lager.
Wanneer het aantal kopieën de maximale capaciteit van de uitvoerlade overschrijdt, wordt het kopiëren gestopt. Wanneer dit gebeurt, moet u de kopieën van de uitvoer afhalen om het kopiëren te kunnen hervatten.
Zie voor het aantal vellen dat in de uitvoerlades geplaatst kan worden de specificaties van iedere optie.
U kunt de instellingen voor de functie Sorteren wijzigen onder [Invoer/uitvoer] in Gebruikersinst. Voor meer informatie, zie Invoer/uitvoer.