Meldingen |
Oorzaken |
Oplossing |
|---|---|---|
“98: Fout” |
Het apparaat kan de harde schijf niet goed lezen. |
Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding regelmatig verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. |
“Opdrachtfout” |
Een RCPS-opdrachtfout is opgetreden. |
|
“Fout gecomprimeerde gegevens.” |
De printer heeft corrupte gecomprimeerde gegevens ontdekt. |
|
“Fout gegevensopslag.” |
U heeft geprobeerd een Testafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk, of Opgeslagen afdrukbestand af te drukken, of een bestand op te slaan in de Documentserver terwijl de harde schijf niet goed werkte. |
Neem contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger voor een afspraak. |
“Er is een fout ontstaan.” |
Er is onder een fout opgetreden (bijv. syntaxfout, etc.). |
Controleer of het PDF-bestand geldig is. |
“Maxi. aantal opgesl. best. om af te dr. voor tijdelijke / opgesl. taken is overschr.” |
Terwijl u een Testafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk of Opgeslagen afdruk wilde afdrukken, werd de maximale bestandscapaciteit overschreden. |
Verwijder onnodige bestanden die op het apparaat zijn opgeslagen. |
“Maximum aantal af te drukken pagina's voor tijdelijke / opgeslagen taken is overschreden.” |
De maximale paginacapaciteit werd overschreden tijdens het afdrukken van een Testafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk of Opgeslagen afdruk. |
|
“Verkrijgen van bestandssysteem mislukt.” |
Het rechtstreeks afdrukken van PDF-bestanden kon niet worden uitgevoerd, omdat het bestandssysteem niet kon worden verkregen. |
Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger. |
“Bestandssysteem is vol.” |
PDF-documenten worden niet afgedrukt, omdat de capaciteit van het bestandssysteem vol is. |
|
“Fout vouweenheid.” |
Er is een probleem met de multivouweenheid. |
Neem contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger voor een afspraak. |
“I/O buffer overloop.” |
Er heeft een invoerbufferoverloop plaatsgevonden. |
|
“Onvoldoende geheugen” |
Er is een geheugentoewijzingsfout opgetreden. |
PCL 6 Selecteer een lagere resolutie in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het wijzigen van de resolutie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. Op het tabblad [Gedetailleerde instellingen] van het printerstuurprogramma, klikt u op [Afdrukkwaliteit] in "Menu:" en selecteert u vervolgens [Raster] uit de lijst "Vector/Raster:". In sommige gevallen zal het lang duren voordat de afdruktaak voltooid is. PostScript 3 Selecteer een lagere resolutie in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het wijzigen van de resolutie, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma. |
“Geheugen herstelfout” |
Er is een geheugentoewijzingsfout opgetreden. |
Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, vervang dan het RAM-geheugen. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor meer informatie over het vervangen van het RAM-geheugen. |
“Papiertype fout” |
De opgegeven papiertypenaam is niet op het apparaat ingesteld. |
Haal de nieuwste informatie over het papiertype dat op het apparaat is ingesteld, opnieuw op. |
Als het afdrukken niet begint, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.
![]()
De inhoud van fouten kan worden afgedrukt op de Configuratiepagina. Controleer de Configuratiepagina in combinatie met het Foutenlogboek. Voor meer informatie over het afdrukken van de Configuratiepagina, zie Afdrukken.