De pictogrammen voor alle functies worden weergegeven op het [Home]-scherm.
U kunt snelkoppelingen naar veelgebruikte programma's aan het [Home]-scherm toevoegen. De pictogrammen van toegevoegde snelkoppelingen worden weergegeven op het [Home]-scherm. U kunt de programma's of internetpagina's eenvoudig oproepen door op het pictogram van de snelkoppeling te drukken.
Om het [Home]-scherm weer te geven, drukt u op de [Home]-knop.

[Kopieermachine]![]()
Druk op deze toets om kopieën te maken.
Voor meer informatie over het gebruik van de kopieerfunctie, zie de handleiding Kopiëren / Document Server.
[Scanner]![]()
Druk op deze toets om originelen te scannen en beelden op te slaan als bestanden.
Voor meer informatie over het gebruik van de scannerfunctie, zie de handleiding Scannen.
[Printer]![]()
Druk op deze toets om het apparaat als printer te gebruiken.
Voor meer informatie over het maken van instellingen voor de printerfunctie, zie de handleiding Afdrukken.
Afbeelding voor het Home-scherm
U kunt een afbeelding zoals een bedrijfslogo weergeven op het [Home]-scherm. Voor informatie over het wijzigen van de afbeelding, zie Een afbeelding weergeven in het [Home]-scherm.
/![]()
Druk op deze toetsen om naar een andere pagina te gaan wanneer de pictogrammen niet op één pagina kunnen worden weergegeven.
Snelkoppelingen
U kunt snelkoppelingen naar programma's aan het [Home]-scherm toevoegen. Voor meer informatie over het registreren van snelkoppelingen, zie Pictogrammen toevoegen aan het [Home]-scherm. Het programmanummer verschijnt onderaan het pictogram van de snelkoppeling.
[Adresboekbeheer]![]()
Druk hierop om het adresboek weer te geven.
Voor meer informatie over het gebruik van het adresboek, zie de handleiding Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.
[Documentserver]![]()
Druk op deze toets om documenten op de harde schijf van het apparaat op te slaan of af te drukken.
Voor meer informatie over het gebruik van de functie Documentserver, zie de handleiding Kopiëren / Document Server.
![]()
Als er een geïntegreerde softwaretoepassing geïnstalleerd is, wordt er een functiepictogram voor de toepassing weergegeven op het [Home]-scherm.
U kunt de volgorde van de pictogrammen wijzigen. Voor meer informatie, zie De volgorde van de pictogrammen in het [Home]-scherm wijzigen.
In het vereenvoudigde scherm worden er op elke pagina 8 pictogrammen weergegeven. Letters en toetsen worden in een groter formaat getoond om de bediening te vergemakkelijken. Op het standaard scherm worden er op elke pagina 16 pictogrammen weergegeven. Voor meer informatie, zie De schermindeling wijzigen.