Creëer en installeer het apparaatcertificaat via het bedieningspaneel.
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een zelfgemaakt certificaat kunt gebruiken als apparaatcertificaat.
Log in als netwerkbeheerder via het bedieningspaneel.
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Beheerderstoepassingen].
Druk 2 keer op [
Volg.].
Druk op [Apparaatcertificaat programmeren / verwijderen].

Controleer of [Programma] geselecteerd is.
Druk op [Certificaat 1].
Alleen [Certificaat 1] kan via het bedieningspaneel worden gecreëerd.
Configureer de benodigde instellingen.
Druk op [OK].
"Geïnstalleerd" wordt weergegeven onder Status certificaat om aan te geven dat er een apparaatcertificaat geïnstalleerd is voor het apparaat.
Log uit.
![]()
Selecteer [Verwijderen] om het apparaatcertificaat van het apparaat te verwijderen.
Om het op het apparaat gemaakte apparaatcertificaat te gebruiken, stelt u "Certificaat" in Web Image Monitor op [Certificaat].