Koptekst overslaan
 

Opmerkingen over het configureren van de vouwfunctie

Omstandigheden waarin de vouwfunctie wordt geannuleerd:

De vouwfunctie wordt geannuleerd als:

  • Er een papierformaat of -type is geselecteerd dat niet compatibel is met de vouwfunctie.

  • Het apparaat is geconfigureerd om handmatig te blijven afdrukken.

  • [Driver/Opdracht] wordt geselecteerd bij de [Lade-instelling prioriteit] voor de opgegeven bronlade.

  • [Automatisch doorgaan] is ingesteld.

  • Een combinatie van papierrichting en vouwpositie is geselecteerd die niet geschikt is voor de functie vouwen.

Functies die voor een reset van de taak zullen leiden als ze met de vouwfunctie worden gecombineerd

  • Tussenbladen*1

  • Scheidingsvellen*1

  • Nieten*2

  • Perforeren

  • Halve vouw geconfigureerd op de boekjesfinisher

*1 Taakherstel gebeurt alleen wanneer gecombineerd met Halve vouw, Briefvouw naar binnen of Briefvouw naar buiten.

*2 Taakherstel gebeurt alleen indien gecombineerd met Halve vouw, Briefvouw naar binnen of Briefvouw naar buiten. De functie kan worden opgegeven met Z-vouw behalve als nieten in het midden is geselecteerd via de boekjesfinisher.

Opmerking

  • Wanneer het informatiepictogram (Illustratie pictogram) wordt weergegeven naast de lijst "Vouwen:", kunt u de vouwfunctie niet opgeven. Klik op het informatiepictogram(Illustratie pictogram) om te controleren waarom de vouwfunctie niet beschikbaar is.

  • Wanneer het informatiepictogram (Illustratie pictogram) wordt weergegeven naast de lijst "Z-vouw", kunt u de vouwfunctie niet opgeven. Klik op het informatiepictogram (Illustratie pictogram) om te controleren waarom de Z-vouwfunctie niet beschikbaar is.

  • Afhankelijk van de temperatuur en de vochtigheid van de omgeving waarin het apparaat zich bevindt en de papiersoort die wordt gevouwen, kan gebruik van deze functie inktvlekken tot gevolgd hebben, wat hier en daar kan resulteren in bevuilde afdrukken.

  • De afdrukkwaliteit op de vouwlijnen kan verminderd zijn. Dit wordt veroorzaakt door barsten in de gefuseerde toner. Er kan ook oppervlakteverlies plaatsvinden bij een aantal papiersoorten. Druk een testvel af, voordat u met de afdruksessie begint om mogelijke verspilling te voorkomen.

  • Het afdrukken zal stoppen als het aantal afgedrukte vellen de capaciteit van de lade overschrijdt. Als dit het geval is, verwijder dan de bedrukte vellen uit de lade van de vouweenheid om verder te gaan met afdrukken.