Koptekst overslaan
 

Wanneer u geen kopieën kunt maken zoals gewenst

Basis

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het aantal geplaatste vellen overschrijdt de maximale capaciteit van het apparaat.

Stapel het papier tot aan de limietmarkering op de zijkanten van de papierlade of de markeringen op de papiergeleiders van de handinvoer.

Waaier de vellen grondig voordat u ze plaatst.

Er treden geregeld papierstoringen op.

De zijafscheiding van de papierlade is te strak ingesteld.

Druk zachtjes tegen de zijafscheiding en stel deze goed in.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het papier is vochtig.

Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over onze aanbevelingen voor papieropslag, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het papier is te dik of te dun.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over het aanbevolen papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het kopieerpapier is verkreukeld of gevouwen of gekreukeld.

  • Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over het aanbevolen papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

  • Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over het juist bewaren van papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Er wordt bedrukt papier gebruikt.

Plaats geen vellen die al eerder gekopieerd of bedrukt zijn door een ander apparaat.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Vellen kleven aan elkaar.

Waaier de vellen grondig voordat u ze plaatst. Helpt dit niet, kijk dan of het lukt wanneer u de vellen één voor één invoert.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het papier dat wordt gebruikt heeft een ruwe snede.

Draai het papier om en leg het papier in zo neer ten opzichte van de invoerrichting dat de ruwe snede niet de voorste rand is.

Kopieerpapier raakt gekreukeld.

Het papier is vochtig.

Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over onze aanbevelingen voor papieropslag, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Kopieerpapier raakt gekreukeld.

Het papier is te dun.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over het aanbevolen papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

U wilt de afdrukkwaliteit controleren voordat u een groot aantal sets afdrukt.

U kunt een enkele kopie afdrukken zonder de instelling opnieuw op te geven.

Controleer de afdrukkwaliteit door alleen de eerste set af te drukken met behulp van [Testafdruk]. Zie Kopiëren / Documentserver.

U kunt meerdere functies niet combineren.

De geselecteerde functies kunnen niet gezamenlijk worden gebruikt.

Controleer de combinatie van functies en stel de instellingen opnieuw in. Voor meer informatie over het combineren van functies, zie Kopiëren / Documentserver.

Bij het sorteren worden de pagina's in twee stapels gescheiden.

Het geheugen is vol geraakt terwijl de pagina's gesorteerd werden, waardoor ze in twee stapels zijn verdeeld.

Wijzig de instelling voor [Autom. scan. Herst. na geh. vol] in [Kopieerapp./Doc. Server-eigensch.]. Voor meer informatie over "Autom. scan. herst. na geh. vol", zie Kopiëren / Documentserver.

De kopie wordt grijs weergegeven of er verschijnt een patroon op de achtergrond van de kopie.

U heeft een document met kopieerbeveiliging gekopieerd. Dit document is beveiligd tegen onbevoegd kopiëren.

Controleer het document. Voor meer informatie over het voorkomen van ongeautoriseerd kopiëren van het document, zie Kopiëren / Document Server.

Afbeeldingen zijn scheef.

De zijafscheidingen in de papierinvoerlade zijn niet juist ingesteld.

Zorg ervoor dat de zijafscheidingen juist zijn ingesteld. Voor meer informatie over het instellen van de zijafscheidingen, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Afbeeldingen zijn scheef.

Het papier wordt scheef ingevoerd.

Plaats het papier op de juiste wijze. Voor meer informatie over het bijvullen van papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Afbeeldingen zijn scheef.

De geleider voor originelen in de ADF is niet goed ingesteld.

Zorg dat de geleider voor originelen goed is ingesteld. Voor meer informatie over het instellen van de geleider voor originelen, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Randen van de vellen zijn besmeurd.

Het papier is vochtig.

Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over onze aanbevelingen voor papieropslag, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Randen van de vellen zijn besmeurd.

U gebruikt papier dat niet wordt aanbevolen.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over het aanbevolen papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Vellen worden samen ingevoerd, met papierstoringen als resultaat.

Vellen kleven aan elkaar.

Waaier de vellen los om ze plat te maken voordat u ze plaatst. Als dit niet werkt, voer dan de vellen één voor één in.

Bewerken

Probleem

Oorzaak

Oplossing

In de modus "Marge aanpassing" worden delen van de originele afbeelding niet gekopieerd.

  • U heeft de breedte van de te wissen marge te groot ingesteld.

  • Er is te weinig margeruimte aan de andere zijde van de inbindpositie.

Stel een kleinere marge in bij Gebruikersinstellingen.

In de modus "Beeld herhalen" wordt de originele afbeelding niet meerdere keren gekopieerd.

U heeft hetzelfde formaat kopieerpapier als de originelen gekozen of u heeft niet de juiste reproductiefactor geselecteerd.

Selecteer kopieerpapier dat groter is dan de originelen of selecteer de geschikte reproductiefactor.

Stempel

Probleem

Oorzaken

Oplossing

De stempelpositie is niet goed.

De richting van het papier is niet goed.

Controleer de richting van het papier en de stempelpositie.

De stempel wordt niet afgedrukt op de achterkant van vellen bij dubbelzijdig kopiëren.

De stempelpositie op de achterkant van vellen is niet geschikt voor het papierformaat.

Stel de stempelpositie voor de achterkant opnieuw in. Voor meer informatie over de stempelpositie op de achterkant van dubbelzijdige kopieën, zie Kopiëren / Document Server.

Combineren

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Als de functie "Combineren" gebruikt wordt, worden delen van de afbeelding niet weergegeven.

U heeft een verkeerde reproductiefactor gekozen die niet overeenkomt met het formaat van het origineel en het kopieerpapier.

Indien u met behulp van de handmatige papierselectiemodus een reproductiefactor aangeeft, dient u ervoor te zorgen dat de factor overeenkomt met uw originelen en het kopieerpapier. Selecteer de juiste reproductiefactor voordat u de modus Combineren gebruikt. Voor meer informatie over de combineermodus, zie Kopiëren / Documentserver.

Kopieën bevinden zich niet in de juiste volgorde.

U heeft de originelen niet in de juiste volgorde geplaatst.

Zorg ervoor dat de laatste pagina zich onderop bevindt wanneer u een stapel originelen in de ADF plaatst.

Als u de originelen op de glasplaat plaatst, moet u beginnen met de pagina die u als eerste wilt kopiëren.

Duplex

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Kan niet in duplexmodus afdrukken.

U hebt papier geplaatst dat te dik of te dun is.

Verander de papiersoort. Voor meer informatie over welk papiergewicht voor dubbelzijdig afdrukken kan worden gebruikt, zie Onderhoud en specificaties.

Kan niet in duplexmodus afdrukken.

U heeft een papierlade geselecteerd die niet is ingesteld voor dubbelzijdig afdrukken.

Wijzig de instelling voor "Duplex toepassen" in [Instell. papierlade] om dubbelzijdig afdrukken te activeren voor de papierlade. Voor meer informatie over de instelling "Duplex toepassen", zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

Kan niet in duplexmodus afdrukken.

U hebt een papiertype geselecteerd dan niet gebruikt worden kan voor dubbelzijdig kopiëren.

Selecteer in [Papierlade-instellingen] een papiertype dat gebruikt kan worden voor dubbelzijdig afdrukken. Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie over de instelling "Papiertype".

Kopieën bevinden zich niet in de juiste volgorde.

U heeft de originelen niet in de juiste volgorde geplaatst.

Zorg ervoor dat de laatste pagina zich onderop bevindt wanneer u een stapel originelen in de ADF plaatst.

Als u de originelen op de glasplaat plaatst, moet u beginnen met de pagina die u als eerste wilt kopiëren.

Als de "Duplex"-modus wordt gebruikt, wordt er een kopie van boven naar beneden gemaakt, zelfs als [Boven/Boven] is geselecteerd.

De originelen zijn in de verkeerde richting geplaatst.

Plaats het origineel in de juiste richting. Voor meer informatie over de richtingen van de originelen voor dubbelzijdig kopiëren, zie Kopiëren / Documentserver.

Documentserver

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Geen toegang tot bestand.

  • Het bestand is met een wachtwoord beveiligd.

  • Het ingevoerde wachtwoord is niet juist.

Voor meer informatie over bestanden die beveiligd zijn met een wachtwoord, zie de Veiligheidshandleiding.

U kunt er niet achter komen wat de inhoud van een bepaald document is.

U kunt aan de hand van alleen de bestandsnaam de inhoud van een bestand wellicht niet controleren.

U kunt in het scherm 'Bestand selecteren' schakelen tussen de weergave [Lijst] en [Miniat.weerg.] om de bestandsinformatie te controleren.

  • Lijstweergave

    De bestandsnaam, opslagdatum en -tijd en gebruikersnaam worden getoond.

  • Miniatuurweergave (thumbnails)

    In de miniatuurweergave verschijnt een afbeelding van het opgeslagen bestand.

Voor meer informatie over het scherm 'Bestand selecteren', zie Kopiëren/Documentserver.

Het geheugen raakt regelmatig vol.

Het geheugen van de Documentserver is vol.

Verwijder onnodige bestanden. Op het bestandskeuzedisplay selecteert u onnodige bestanden en drukt u vervolgens op [Best.verw]. Als dit niet werkt om het beschikbare geheugen te vergroten, doet u het volgende:

  • Schakel over op het scannerscherm en verwijder onnodige bestanden die onder de scannerfunctie zijn opgeslagen.

  • Schakel over naar het printerscherm en verwijder onnodige bestanden die zijn opgeslagen onder Proefafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk of Opgeslagen afdruk.