Koptekst overslaan
 

Weergegeven meldingen op het bedieningspaneel als u de printerfunctie gebruikt

Belangrijk

  • Vóórdat u het apparaat uitzet, zie de handleiding Snel aan de slag.

Meldingen

Oorzaak

Oplossing

“Hardwarefout: Ethernetkaart”

Er is een fout opgetreden in de Ethernet-interface.

Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Hardwarefout: HDD”

Er is een fout opgetreden in de harde schijf.

Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Hardwarefout: USB”

Er is een fout opgetreden in de USB-interface.

Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Hardwarefout: Wireless kaart”

Er wordt naar een "draadloze LAN-kaart" verwezen met "draadloze kaart".

  • De draadloze LAN-kaart heeft een storing.

  • De draadloze LAN-kaart die u gebruikt, is niet compatibel met dit apparaat.

Schakel de stroom uit en controleer of de draadloze LAN-kaart correct is geplaatst. Zet vervolgens het apparaat weer aan. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Plaats papier in n Om toch af te drukken selecteert u een andere lade en drukt u op [Doorgaan]. ”

("n" wordt vervangen door een cijfer)

Het printerstuurprogramma-instellingen zijn incorrect, of de lade bevat niet het papier van het formaat dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd.

Controleer of de printerstuurprogramma-instellingen correct zijn en plaats dan het papierformaat dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd in de invoerlade. Voor meer informatie over het wijzigen van het papierformaat, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

“Papierformaat en type komen niet overeen. Sel. and. lade uit volg. en druk [Doorgaan]. Om taak te annuleren, druk [Taak reset]. Pap.form. en -type kunnen ook worden gewijz. in Gebruikersinst.”

De printerstuurprogramma-instellingen zijn incorrect, of de lade bevat niet het papier van het formaat of type dat geselecteerd is in het printerstuurprogramma.

  • Controleer of de printerstuurprogramma-instellingen correct zijn en plaats dan het papierformaat dat in het printerstuurprogramma is geselecteerd in de invoerlade. Voor meer informatie over het wijzigen van het papierformaat, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

  • Selecteer de lade handmatig om verder te gaan met afdrukken of annuleer een afdruktaak. Voor meer informatie over het handmatig selecteren van de lade of het annuleren van een afdruktaak, zie Afdrukken.

“Pap.type n komt niet overeen. Selecteer een andere lade en druk vervolgens op [Doorgaan]. Type pap. kan ook worden gewijz. in Gebr.inst.”

(n staat voor de naam van een lade).

Het type papier in de lade komt niet overeen met het opgegeven type in het printerstuurprogramma.

Selecteer een lade waarin papier zit dat van hetzelfde type is als het opgegeven papiertype.

“Probleem met parallelle interfacekaart.”

Er is een fout opgetreden op de IEEE 1284 interfacekaart.

Schakel de stroom uit en weer in. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Printer- lettertypefout”

Er is een fout opgetreden in de lettertype-instellingen.

Neem contact op met uw onderhoudsvertegenwoordiger voor een afspraak.