Koptekst overslaan
 

Als er problemen met de netwerkinstellingen optreden

Meldingen

Oorzaak

Oplossing

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[13-10]

Het alternatieve telefoonnummer dat u heeft ingevoerd is al geregistreerd op de gatekeeper van een ander apparaat.

  • Controleer of het juiste aliastelefoonnummer wordt weergegeven in [H.323 instellingen] van [Faxeigenschappen]. Voor meer informatie over H.323-instellingen, zie Faxen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[13-11]

Kan geen toegang krijgen tot de gatekeeper.

  • Controleer of het juiste gatekeeperadres wordt weergegeven in [H.323 instellingen] van [Faxeigenschappen]. Voor meer informatie over H.323-instellingen, zie Faxen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[13-17]

Registratie van gebruikersnaam wordt geweigerd door SIP-server.

  • Controleer of het juiste SIP Server IP-adres en de juiste SIP Gebruikersnaam vermeld zijn in [SIP instellingen] van [Faxeigenschappen]. Voor meer informatie over SIP-instellingen, zie Faxen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[13-18]

Kan geen toegang krijgen tot de SIP-server.

  • Controleer of het juiste SIP Server IP-adres vermeld is in [SIP instellingen] van [Faxeigenschappen]. Voor meer informatie over SIP-instellingen, zie Faxen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[13-24]

Het geregistreerde wachtwoord voor de SIP-server komt niet overeen met het wachtwoord dat is geregistreerd voor dit apparaat.

Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[13-25]

In [Effectief protocol] is het IP-adres niet geautoriseerd of is een onjuist IP-adres geregistreerd.

  • Controleer of IPv4 in [Effectief protocol] is ingesteld op "Actief" in [Systeeminstellingen]. Voor meer informatie over het effectief protocol, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Controleer of het juiste IPv4-adres voor het apparaat is vermeld in [Systeeminstellingen]. Voor meer informatie over het IPv4-adres, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[13-26]

De instellingen van "Effectief protocol" en "SIP Server IP-adres" zijn verschillend of er is een onjuist IP-adres geregistreerd.

  • Controleer of het juiste IP-adres voor het apparaat is opgegeven in [Systeeminstellingen]. Voor meer informatie over het IP-adres, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[14-01]

De DNS-server, SMTP-server of map voor doorzenden is niet gevonden, of de bestemming voor de Internetfax rondom (niet via) de SMTP-server kan niet worden gevonden.

  • Controleer of de volgende instellingen in [Systeeminstellingen] goed worden weergegeven.

    • DNS-server

    • Servernaam en IP-adres voor de SMTP Server

    Voor meer informatie over deze instellingen, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Controleer of de map voor verzending correct is geprogrammeerd.

  • Controleer of de computer waarin de map voor verzending is opgegeven, juist wordt gebruikt.

  • Controleer of de LAN-kabel correct op het apparaat is aangesloten.

  • Neem bij netwerkproblemen contact op met de beheerder van de bestemmingen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[14-09]

E-mailverzending is geweigerd door SMTP-verificatie, POP voor SMTP-verificatie of log-in-verificatie van de computer waarin de map voor verzending is opgegeven.

  • Ga na of de Gebruikersnaam en het Wachtwoord voor de volgende instellingen in [Systeeminstellingen] goed worden weergegeven.

    • SMTP-verificatie

    • POP voor SMTP

    • Faxe-mailaccount

    Voor meer informatie over deze instellingen, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Controleer of de gebruikers-ID en het wachtwoord voor de computer waarop de map voor verzending staat, goed zijn opgegeven.

  • Controleer of de map voor verzending correct is opgegeven.

  • Controleer of de computer waarop de map voor verzending staat, goed werkt.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[14-33]

E-mailadressen voor het apparaat en de beheerder zijn niet geregistreerd.

  • Controleer of het juiste e-mailadres wordt weergegeven in [E-mailaccount fax] van [Systeeminstellingen]. Voor meer informatie over Fax E-mail Account, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[15-01]

Er is geen POP3/IMAP4-serveradres geregistreerd.

  • Controleer of de servernaam en het serveradres juist zijn in [POP3 / IMAP4 instellingen] van [Systeeminstellingen]. Voor meer informatie over de instellingen POP3 / IMAP4, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[15-02]

Er kan niet ingelogd worden in de POP3/IMAP4-server.

  • Controleer of de correcte Gebruikersnaam en het correcte Wachtwoord worden vermeld in [Faxe-mailaccount] van [Systeeminstellingen]. Voor meer informatie over Fax E-mail Account, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[15-03]

Er is geen e-mailadres van het apparaat opgegeven.

  • Controleer of het juiste e-mailadres voor het apparaat is opgegeven in [Systeeminstellingen]. Voor meer informatie over de e-mailadresinstellingen, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[15-11]

De DNS-server of POP3/IMAP4-server wordt niet gevonden.

  • Controleer of de volgende instellingen in [Systeeminstellingen] goed worden weergegeven.

    • Het IP-adres van de DNS-server

    • De servernaam of het IP-adres van de POP3/IMAP4-server

    • Het poortnummer van de POP3/IMAP4-server

    • Ontvangstprotocol

    Voor meer informatie over deze instellingen, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Controleer of de LAN-kabel correct op het apparaat is aangesloten.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[15-12]

Er kan niet ingelogd worden in de POP3/IMAP4-server.

  • Controleer of de volgende instellingen in [Systeeminstellingen] goed worden weergegeven.

    • de gebruikersnaam en het wachtwoord voor [Faxe-mailaccount]

    • De gebruikersnaam en het wachtwoord van POP voor SMTP-verificatie

    Voor meer informatie over deze instellingen, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”

[16-00]

  • Er is geen IP-adres geregistreerd voor het hoofdapparaat.

  • Het netwerk is niet goed verbonden.

  • Controleer of het juiste IP-adres voor het apparaat is opgegeven in [Systeeminstellingen]. Neem contact op met uw beheerder voor details over het IP-adres van het hoofdapparaat.

  • Neem voor meer informatie over netwerkproblemen contact op met uw beheerder.

Opmerking

  • Instellingen die kunnen worden bevestigd in Systeeminstellingen of Fax op het bedieningspaneel, kunnen ook worden bevestigd vanuit Web Image Monitor. Voor meer informatie over het bevestigen van instellingen vanuit Web Image Monitor, zie de helpfunctie van Web Image Monitor.

  • Als er zich geen papier meer in de papierlade bevindt, wordt het bericht “Er is geen papier. Plaats papier.” op het scherm weergegeven waarin u gevraagd wordt papier te plaatsen. Als er nog papier in de andere laden ligt, kunt u documenten op de gebruikelijke wijze ontvangen, zelfs als het bericht op het scherm wordt weergegeven. U kunt deze functie in- of uitschakelen met "Parameterinstellingen". Voor details hierover, zie Faxen.

  • Als “Controleer of er netwerk- problemen zijn.” wordt weergegeven, is het apparaat niet correct met het netwerk verbonden of zijn de instellingen van het apparaat niet correct. Als u geen netwerkverbinding nodig heeft, kunt u instellen dat dit bericht niet meer wordt weergegeven. [Check Status] brandt hierna niet meer. Voor details hierover, zie Faxen. Als u het apparaat opnieuw met het netwerk gaat verbinden, moet u ervoor zorgen dat u het display (weergave) instelt door de juiste gebruikerparameter te configureren.