IPsec bevat 2 hoofdfuncties: de coderingsfunctie die zorgt voor de beveiliging van de gegevens en de verificatiefunctie waarmee de afzender van de gegevens en de integriteit van de gegevens wordt geverifieerd. De IPsec-functie van dit apparaat ondersteunt 2 beveiligingsprotocollen: het ESP-protocol dat beide IPsec-functies tegelijkertijd inschakelt en het AH-protocol dat alleen de verificatiefunctie inschakelt.
ESP-protocol
Het ESP-protocol biedt een veilige verzending via zowel codering als verificatie. Dit protocol biedt geen headerverificatie.
Voor een succesvolle codering moeten zowel de zender als de ontvanger hetzelfde coderingsalgoritme en dezelfde coderingssleutel instellen. Als u gebruikmaakt van de methode coderingssleutel auto exchange, dan worden het coderingsalgoritme en de coderingssleutel automatisch ingesteld.
Voor een succesvolle verificatie moeten de zender en de ontvanger hetzelfde verificatiealgoritme en dezelfde verificatiesleutel instellen. Als u gebruikmaakt van de methode coderingssleutel auto exchange, dan worden het verificatiealgoritme en de verificatiesleutel automatisch ingesteld.
AH-protocol
Het AH-protocol biedt uitsluitend een veilige verzending via de verificatie van pakketjes, met inbegrip van headers.
Voor een succesvolle verificatie moeten de zender en de ontvanger hetzelfde verificatiealgoritme en dezelfde verificatiesleutel instellen. Als u gebruikmaakt van de methode coderingssleutel auto exchange, dan worden het verificatiealgoritme en de verificatiesleutel automatisch ingesteld.
AH-protocol + ESP-protocol
Indien gecombineerd, bieden het ESP- en het AH-protocol een veilige verzending via zowel codering als verificatie. Deze protocollen bieden geen headerverificatie.
Voor een succesvolle codering moeten zowel de zender als de ontvanger hetzelfde coderingsalgoritme en dezelfde coderingssleutel instellen. Als u gebruikmaakt van de methode coderingssleutel auto exchange, dan worden het coderingsalgoritme en de coderingssleutel automatisch ingesteld.
Voor een succesvolle verificatie moeten de zender en de ontvanger hetzelfde verificatiealgoritme en dezelfde verificatiesleutel instellen. Als u gebruikmaakt van de methode coderingssleutel auto exchange, dan worden het verificatiealgoritme en de verificatiesleutel automatisch ingesteld.
Sommige bedieningssystemen gebruiken de term "Compliantie" in plaats van "Verificatie".