Koptekst overslaan
 

Gegevenscodering uitschakelen

Volg de volgende procedure om de coderingsinstellingen uit te schakelen, wanneer codering niet langer nodig is. Het inschakelen en uitschakelen van de coderingsinstellingen kan enige tijd in beslag nemen.

Belangrijk

  • Het apparaat kan niet worden gebruikt tijdens het annuleren van gegevenscodering.

  • Nadat u deze procedure op het bedieningspaneel van het apparaat heeft voltooid, schakelt u de stroom uit en start u het apparaat opnieuw op zodat de nieuwe instellingen worden ingeschakeld. Het opnieuw opstarten kan langzaam verlopen, als er gegevens moeten worden overgezet op de harde schijf.

  • Wanneer het coderingsproces eenmaal gestart is, kunt u dit niet meer stoppen. Zorg ervoor dat u de hoofdstroomschakelaar niet uitschakelt wanneer het coderingsproces gaande is. Indien u de hoofdstroomschakelaar wel uitschakelt tijdens het coderingsproces, kan de harde schijf beschadigd raken en worden alle gegevens die erop staan onbruikbaar.

  • Als u een apparaat afvoert, wis dan het gehele geheugen ervan. Voor meer informatie over het wissen van het gehele geheugen, zie Gegevens op het apparaat verwijderen.

1Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.

2Druk op [Systeeminstellingen].

3Druk op [Beheerderstoepassingen].

4Druk 3 keer op [Pijl-omlaagVolg.].

5Druk op [Coderingsinstellingen apparaatgegevens].

6Druk op [Codeer].

7Druk op [Codering annuleren].

8Selecteer de gegevens die moeten worden overgezet op de harde schijf en de gegevens die niet mogen worden verwijderd.

Om alle gegevens over te zetten op de harde schrijf moet u [Alle gegevens] selecteren. Als u alleen de apparaatinstellingen wilt overzetten, selecteer dan [Alleen geg. best.sys.]. Als u alle gegevens wilt verwijderen, selecteer dan [Alle geg. format.].

9Druk op [OK].

10Druk op [Afsluiten].

11Druk op [Afsluiten].

12Log uit.

13Zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.

Voor meer informatie over het uitschakelen van het apparaat, zie de handleiding Snel aan de slag.