U kunt de coderingssleutel alleen opslaan zonder de coderingsinstelling te wijzigen.
Bij een storing van het apparaat heeft u de coderingssleutel nodig om gegevens te herstellen. Zorg ervoor dat u de coderingssleutel veilig opslaat, zodat u back-upgegevens kunt oproepen.
Log in als apparaatbeheerder via het bedieningspaneel.
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Beheerderstoepassingen].
Druk 3 keer op [Volg.].
Druk op [Coderingsinstellingen apparaatgegevens].
Druk op [Codeer].
Druk op [Back-up cod.sleutel].
Geef op hoe u de coderingssleutel wilt opslaan.
Indien u [Opslaan op SD] heeft geselecteerd, plaats dan een SD-kaart in de mediasleuf aan de zijkant van het bedieningspaneel en druk op [OK]. Wanneer een back-up is gemaakt van de gegevenscoderingssleutel van het apparaat, drukt u op [Afsluiten].
Voor meer informatie over het gebruik en plaatsen van de SD-kaart, zie de handleiding Snel aan de slag.
Als u [Afdr. op papier] geselecteerd heeft, druk dan op de knop [Starten] en druk de coderingssleutel van het apparaat af.
Druk op [Afsluiten].
Log uit.