Druk op [Handm. inv.].
Druk op [FTP].
Druk op [Handm. inv.] rechts van het servernaamveld.
Voer een servernaam in.
In plaats van de servernaam op te geven, kunt u ook het desbetreffende IPv4-adres gebruiken.
Druk op [OK].
Druk op [Handm. inv.] rechts van het padveld.
Voer het pad voor de map in.
Hierna volgt een voorbeeld van een pad waarvan de mapnaam "gebruiker" en de submapnaam "lib" is: user\lib.
Druk op [OK].
Geef de gebruikersnaam op, in overeenstemming met de betreffende instelling op de bestemming.
Druk op [Handm. inv.] rechts van het veld gebruikersnaam om het schermtoetsenbord weer te geven.
Druk op [OK].
Geef het wachtwoord op, in overeenstemming met de betreffende instelling op de bestemming.
Druk op [Handm. inv.] naast het wachtwoordveld zodat het soft-toetsenbord wordt weergegeven.
Druk op [OK].
Druk op [Wijzigen] rechts van het poortnummerveld als u het poortnummer wilt wijzigen dat in [Systeeminstellingen] is ingesteld. Voer een poortnummer in met behulp van de cijfertoetsen en druk vervolgens op [].
Druk op [Verbindingstest].
Er wordt een verbindingstest uitgevoerd om te controleren of de opgegeven map bestaat.
Raadpleeg Problemen oplossen als het bericht “Verbinding met de computer mislukt. Controleer de instellingen. ” wordt weergegeven.
Controleer het resultaat van de verbindingstest en druk op [Afsluiten].
Druk op [OK].
De verbindingstest kan enige tijd in beslag nemen.
Het is tijdens een verbindingstest wellicht niet mogelijk om op [Verbindingstest] te drukken nadat u op [Annuleren] heeft gedrukt.
Druk op [Bewerken] links van het bestemmingsveld om het schermtoetsenbord weer te geven als u het geregistreerde pad naar een bestemmingsmap wilt wijzigen. Geef het nieuwe pad op en druk vervolgens op [OK].
Het is mogelijk dat het apparaat het bestand niet kan versturen als u geen schrijfrechten heeft voor de map of als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de harde schijf.