Als u toegangsprivileges wilt opgeven voor de gemaakte map om andere gebruikers en groepen toegang tot deze map te geven, kunt u de map als volgt configureren:
Klik met de rechtermuisknop op de map die u bij stap 2 heeft aangemaakt en klik vervolgens op [Eigenschappen].
Klik op het tabblad [Beveiliging] op [Bewerken...].
Klik op [Toevoegen...].
Klik in het venster [Gebruikers, computers, serviceaccounts of groepen selecteren] op de optie [Geavanceerd...].
Geef één of meer objecttypes op, selecteer een locatie en klik vervolgens op [Nu zoeken].
Selecteer de groepen en gebruikers die u toegang wilt geven in de resultatenlijst en klik dan op [OK].
Klik in het venster [Gebruikers, computers, serviceaccounts of groepen selecteren] op [OK].
Selecteer in de lijst [Namen van groepen of gebruikers:] een groep of gebruiker. Vink vervolgens in de kolom [Toestaan] in de lijst het selectievakje [Volledig beheer] of [Wijzigen] aan.
Klik op [OK].
Indien dit de eerst keer is dat u een gedeelde map aanmaakt op deze computer, moet u de functie bestanden delen inschakelen. Voor meer informatie, zie de Windows Help-functie.
Als u een gedeelde map wilt registreren in het adresboek van het apparaat, heeft u het IP-adres van de computer of de computernaam nodig. Tevens heeft u de gebruikersnaam en het wachtwoord van de gebruiker nodig die toestemming heeft om toegang tot de gedeelde map te krijgen.
Voor meer informatie over het registreren van gedeelde mappen, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.