Installeer het printerstuurprogramma op uw computer vanaf de meegeleverde cd-rom.
Configureer de optie-instellingen die u wilt gebruiken in het printerstuurprogramma.
Geef de afdrukinstellingen op zoals het papierformaat en het aantal af te drukken exemplaren. Configureer ook de instellingen van de printerspecifieke functies.
Raadpleeg de Macintosh-handleiding voor informatie over de functies van de Macintosh-computer en de daarbij behorende bedieningsinstructies.
Voor meer informatie over de installatieprocedure van stuurprogramma´s en de optie-instellingen, zie de Installatiehandleiding stuurprogramma.