In dit gedeelte worden de adresboekinstellingen beschreven.
Het registreren van informatie in het adresboek, zoals de namen van gebruikers en hun e-mailadressen, maakt het mogelijk deze gemakkelijk te beheren.
Wij raden u aan om regelmatig een back-up te maken van uw adresboek.
Voor meer informatie over back-ups en het herstellen van het adresboek, zie Beheerderstoepass..
De adresboekgegevens worden op de harde schijf opgeslagen. Als er zich een storing van de harde schijf voordoet, kunnen deze gegevens verloren gaan.
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die optreedt als gevolg van het verlies van gegevens.
Indien de functie 'Uitgebreide beveiliging' ingeschakeld is, kunt u mogelijk geen bestanden handmatig verzenden door faxnummers, e-mailadressen of mappen in te voeren in zowel de fax- als scannerfunctie. Gebruikers mogen alleen bestanden versturen naar bestemmingen die in het adresboek zijn geregistreerd.
Met behulp van de functie 'Uitgebreide beveiliging' voorkomt het apparaat dat algemene gebruikers bestemmingsadressen in het adresboek registreren.
Raadpleeg de desbetreffende Helpfunctie om een bestemming voor een fax op te geven met behulp van het LAN-faxstuurprogramma.
U kunt de volgende items in het adresboek opslaan en beheren:
Namen
U kunt de naam van de gebruiker en de toetsweergave registreren. Dit zijn de basisgegevens die vereist zijn voor het beheren van de gebruikers van het apparaat.
Om een faxnummer of e-mail op te slaan in het adresboek moet u eerst informatie zoals de gebruikersnaam en bestemmingsnaam registreren.
Verif. info
U kunt gebruikerscodes registreren om bepaalde functies slechts voor bepaalde gebruikers beschikbaar te maken en het gebruik van de functies door deze gebruikers te controleren. Het is ook mogelijk om gebruikersnamen en wachtwoorden te registreren die worden gebruikt voor het verzenden van e-mail, het verzenden van gegevens naar mappen of voor toegang tot een LDAP-server.
Beveiliging
U kunt beveiligingscodes instellen zodat een afzendernaam niet langer kan worden gebruikt of om te voorkomen dat mappen worden geopend zonder toestemming.
Faxbestemm.
U kunt faxnummers, faxkoptekst registreren en het invoegen van een label selecteren.
Wanneer u IP-fax gebruikt, kunt u de IP-faxbestemming registreren en het protocol selecteren.
U kunt e-mailbestemmingen in het adresboek registreren.
Map
U kunt een protocol, pad- en servernaam registreren.
SMB
FTP
Toev aan grp
U kunt geregistreerde e-mail- en mapbestemmingen in een groep plaatsen voor gemakkelijk beheer.
Ook kunt u Web Image Monitor gebruiken om namen in het adresboek te registreren.
Voor meer informatie over het gebruik van Web Image Monitor, zie Web Image Monitor Help.
Met behulp van Web Image Monitor kunt u een back-up maken van gegevens in uw adresboek. Wij raden u aan om back-ups te maken wanneer u het adresboek gebruikt. Voor meer details, zie Web Image Monitor Help.
Verwante onderwerpen
Namen in het adresboek beheren