Druk op [Home] () onderaan in het midden van het scherm.
Veeg naar links en druk vervolgens op het pictogram [Adresboekmanagement].
Controleer of [Programmeren/Wijzigen] geselecteerd is.
Selecteer de naam van wie u het e-mailadres wilt vastleggen.
Druk op de naamtoets of voer het geregistreerde nummer in met de cijfertoetsen.
Druk op [E-mail].
Druk op [Wijzigen] onder "E-mailadres".
Voer het e-mailadres in en druk vervolgens op [OK].
Selecteer [E-mail / Internetfax-bestemming] of [Alleen Internet faxbestemming].
Als [E-mail / Internetfax-bestemming] is opgegeven, worden geregistreerde e-mailadressen weergegeven in de weergave van internetfaxadressen, in de weergave van e-mailadressen in het scherm met faxfuncties en in de adresweergave in het scherm met scannerfuncties.
Als [Alleen Internet faxbestemming] is opgegeven, worden geregistreerde e-mailadressen alleen weergegeven in de weergave van internetfaxadressen in het scherm met faxfuncties.
Als u internetfax wilt gebruiken, geeft u op of u "Verz. via SMTP server" wilt gebruiken.
Druk op [OK].
Druk rechtsboven in het scherm op [Gebruikersinstellingen] ().
Druk op [Home] () onderaan in het midden van het scherm.
U kunt maximaal 128 tekens invoeren voor het e-mailadres.
Voor het registreren van de naam, zie Gebruikersinformatie registreren.