Gebruik de opdracht "dns" voor de weergave en configuratie van DNS (Domain Name System).
Instellingen bekijken
Met onderstaande opdracht kunt u de huidige DNS-instellingen weergeven:
msh> dns
Configuratie van IPv4-DNS-server
Met het onderstaande commando kunt u het adres van de IPv4-DNS-server in- of uitschakelen:
msh> dns "ID" server "server address"
Met het volgende commando kunt u een configuratie weergeven aan de hand van het IP-adres 192.168.15.16 op een DNS 1-server:
msh> dns 1 server 192.168.15.16
U kunt het IPv4 DNS-serveradres registreren.
U kunt een ID-nummer opgeven tussen 1 en 3. U kunt maximaal drie ID-nummers selecteren.
U kunt "255.255.255.255" niet gebruiken als DNS-serveradres.
Configuratie van IPv6 DNS-server
Met het onderstaande commando kunt u het adres van de IPv4-DNS-server in- of uitschakelen:
msh> dns "ID" server6 "server address"
U kunt het IPv6 DNS-serveradres registreren.
U kunt een ID-nummer opgeven tussen 1 en 3. U kunt maximaal drie ID-nummers selecteren.
Instellen van de dynamische DNS-functie
msh> dns "interface_name" ddns {on|off}
U kunt de dynamische DNS-functie op "actief" of "inactief" instellen.
{on} betekent "actief" en {off} betekent "inactief".
Wlan kan alleen worden opgegeven wanneer de IEEE 802.11-interface geïnstalleerd is.
Interfacenaam |
Geconfigureerde interface |
---|---|
ether |
Ethernet-interface |
wlan |
IEEE 802.11-interface |
De actie bij overlappende documenten opgeven
msh> dns overlap {update|add}
U kunt opgeven wat er gedaan moet worden wanneer documenten elkaar overlappen.
update: Gebruik deze parameter als u oude records wilt verwijderen en nieuwe records wilt registreren.
add: Gebruik deze parameter als u nieuwe records wilt toevoegen en de oude records wilt opslaan.
Wanneer CNAME overlapt, wordt het altijd gewijzigd, ongeacht de instellingen.
CNAME-registratie
msh> dns cname {on|off}
U kunt opgeven of u CNAME wilt registreren.
{on} betekent "actief" en {off} betekent "inactief".
De geregistreerde CNAME is de standaardnaam die begint met rnp. CNAME kan niet worden gewijzigd.
A-records registreren
msh> dns arecord {dhcp|own}
dhcp: U kunt opgeven welke registratiemethode voor een A-record moet worden gebruikt wanneer de dynamische DNS-functie is ingeschakeld en DHCP wordt gebruikt.
eigen: Het registreren van een A-record met de printer als DNS-client.
Het adres en de domeinnaam van de DNS server die reeds zijn toegekend, worden voor de registratie gebruikt.
AAAA-record registreren als DNS-client als DDNS-functie is ingeschakeld en DHCPv6 is ingesteld
dns aaaarecord [dhcpv6|own]
dhcpv6: het AAAA-record, in plaats van het apparaat, wordt door de DHCPv6-server als DNS-client geregistreerd.
eigen: AAAA-record wordt door apparaat als DNS-client geregistreerd.
Intervalinstellingen voor het bijwerken van records
msh> dns interval [1–255]
U kunt opgeven hoe lang moet worden gewacht voordat records worden opgeslagen wanneer de dynamische DNS-functie wordt gebruikt.
De bijwerkinterval kan per uur worden ingesteld. U kunt van 1 tot maximaal 255 uur opgeven.
De standaardinstelling is 24 uur.
resolv.conf display
msh> dns resolv
Hiermee geeft u het protocol op bij het opvragen van namen tijdens 'dubbel' stapelen
msh> dns resolv protocol {ipv4|ipv6}
Dit wordt uitsluitend weergegeven tijdens 'dubbel' stapelen.