Koptekst overslaan
 

Telnet gebruiken

Volg de onderstaande procedure als u telnet wilt gebruiken.

Belangrijk

  • Er kan slechts één gebruiker tegelijkertijd inloggen om onderhoud van op afstand uit te voeren.

  • Als u gebruikmaakt van Windows Vista/7/8/8.1/10, moet u de telnet-server en de telnet-client vooraf inschakelen.

1Gebruik het IP-adres of de hostnaam van het apparaat om telnet op te starten.

% telnet "IP address"

Als bijvoorbeeld het IP-adres van het apparaat <192.168.15.16> is, voer dan het adres als volgt in:

% telnet 192.168.15.16

2Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op.

Neem voor meer details over gebruikersnaam en wachtwoord contact op met uw netwerkbeheerder.

3Voer een opdracht in.

4Sluit telnet af.

msh> logout

Er verschijnt een bericht met het verzoek om te bevestigen of u de wijzigingen wilt opslaan.

5Voer "yes" in om de wijzigingen op te slaan en druk vervolgens op de [Enter]-knop.

Als u de wijzigingen niet wilt opslaan, voert u "no" in en drukt u vervolgens op de [Enter]-knop. Om nog meer wijzigingen aan te brengen, voert u "return" in op de opdrachtregel en drukt u vervolgens op de [Enter]-knop.

Opmerking

  • Als het bericht “Can not write NVRAM information” verschijnt, worden de wijzigingen niet opgeslagen. Herhaal de bovenstaande procedure.

  • Wanneer de wijzigingen worden opgeslagen, wordt de netwerkinterfacekaart automatisch opnieuw ingesteld met die wijzigingen.

  • Wanneer de netwerkinterfacekaart opnieuw wordt ingesteld, wordt de afdruktaak in verwerking afgedrukt. De afdruktaken in de wachtrij worden echter geannuleerd.