Volg de onderstaande procedure als u telnet wilt gebruiken.
Er kan slechts één gebruiker tegelijkertijd inloggen om onderhoud van op afstand uit te voeren.
Als u gebruikmaakt van Windows Vista/7/8/8.1/10, moet u de telnet-server en de telnet-client vooraf inschakelen.
Gebruik het IP-adres of de hostnaam van het apparaat om telnet op te starten.
% telnet "IP address"
Als bijvoorbeeld het IP-adres van het apparaat <192.168.15.16> is, voer dan het adres als volgt in:
% telnet 192.168.15.16
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op.
Neem voor meer details over gebruikersnaam en wachtwoord contact op met uw netwerkbeheerder.
Voer een opdracht in.
Sluit telnet af.
msh> logout
Er verschijnt een bericht met het verzoek om te bevestigen of u de wijzigingen wilt opslaan.
Voer "yes" in om de wijzigingen op te slaan en druk vervolgens op de [Enter]-knop.
Als u de wijzigingen niet wilt opslaan, voert u "no" in en drukt u vervolgens op de [Enter]-knop. Om nog meer wijzigingen aan te brengen, voert u "return" in op de opdrachtregel en drukt u vervolgens op de [Enter]-knop.
Als het bericht “Can not write NVRAM information” verschijnt, worden de wijzigingen niet opgeslagen. Herhaal de bovenstaande procedure.
Wanneer de wijzigingen worden opgeslagen, wordt de netwerkinterfacekaart automatisch opnieuw ingesteld met die wijzigingen.
Wanneer de netwerkinterfacekaart opnieuw wordt ingesteld, wordt de afdruktaak in verwerking afgedrukt. De afdruktaken in de wachtrij worden echter geannuleerd.