U kunt faxen verzenden en ontvangen via de faxfuncties van een ander apparaat via een netwerk (Fax op afstand).
Om de faxfunctie op afstand te gebruiken, installeert u de faxverbindingseenheid op het hoofdapparaat en het subapparaat.
De procedure voor verzending van faxberichten is hetzelfde als voor het apparaat met de faxeenheid. Wanneer een taak is voltooid, bevestigt u de resultaten zoals weergegeven in de verzendgeschiedenis of afgedrukt op rapporten.
U kunt documenten die via de faxfunctie door het hoofdapparaat zijn ontvangen doorsturen naar verschillende subapparaten.
Zie Faxen voor details.