Als het apparaat zo is geconfigureerd dat de opgegeven bestemming opnieuw wordt weergegeven, geeft het LAN-faxstuurprogramma ook de opgegeven bestemming opnieuw weer waardoor u de bestemming kan bevestigen voordat de fax wordt verstuurd.
Geef de bestemming op en klik op [Verzenden].
Controleer de opgegeven bestemming.
Klik op [OK] om de verzending te starten.
Als u de bestemming wilt wijzigen, drukt u op [Annuleren] en wijzigt u de instellingen.